De ideale hardloper is, zo is de algemene gedachte, frêle en dus lichtvoetig en combineert een perfecte techniek met een groot uithoudingsvermogen.
Vanzelfsprekend voldoet slechts een uiterst klein deel van de overigens corpulent gebouwde types aan voornoemde omschrijving. Voor zover lopers niet voldoen aan bedoeld archetype zijn er legers trainers die de overige lopers tot een korte en – in hun ogen – efficiënte loopbeweging dwingen, bestaande uit korte passen en een hoog beentempo. Dat leidt doorgaans tot een ridicule uitvoering bij atleten die in het geheel niet voor deze wijze van voortbewegen gebouwd zijn. Ergo: veel trainers rotzooien maar wat aan.
Neem zij, die dikke billen hebben. Dat is overigens geenszins een handicap of een genetische afwijking. Want ziet op tv de lieden die niet verder lopen dat 200 meter. Stevig gebouwde sprinters, die hun explosiviteit te danken hebben aan het soort onderstel, waarop met slecht weinig overdrijving een vrachtwagenchassis zou kunnen rusten. De in de eerste zin van dit stukje beschreven loper zou steevast de finish passeren, wanneer de sprinters reeds onder de douche staan.
Dan zijn er nog de middenafstandslopers die, dikwijls gezegend met lange stelten, met forse passen de meters aaneenrijgen. Hier zien wij atleten die lang van stuk en snel zijn, doch volstrekt kansloos indien ook zij de door sommige trainers als ideaal beschouwde, korte bewegingen aanhouden. Dan wacht hen slechts teleurstelling.
Ten slotte de blijde trimmers, die zich nog steeds in drommen naar bijvoorbeeld mijn training begeven. Hier ziet de buitenstaander een bonte verzameling individuen, gezegend met een unieke fysiek. Dikke billen met schonkige bovenbouw, autobandarmen met kuiten als vioolsnaren, forse buikpartij boven atletisch kuitenwerk, kort bovenlichaam met enorme benen, enfin: de te constateren combinaties zijn schier eindeloos.
Loop daarom op basis van hoe de voorzienigheid uw gezegend heeft met uw unieke fysiek. Rest u vooral niet te luisteren naar de onzin van sommige trainers. Hoor wat ik te zeggen heb: dat is voldoende.
Erik Endlich