Paul Krabbe, een van Fritz Korbachs beste en trouwste vrienden, belde me gisteren. Dat het afgelopen was. Eigenlijk nog vrij plotseling.
Paul had hem om een uurtje of half 2 nog gebeld toen hij op weg was naar huis. Fritz had tamelijk opgewekt gemeld dat hij naar omstandigheden goed te pas was, dat het nog een aardig weekend was. Tot dan toe. Hij en Paul spraken over het trainingskampje dat Paul met HSC’21 net achter de rug had en ze namen de belangrijkste momenten door van FC Twente-AZ. Dat enkele fans in de Grolsch Veste een speciaal spandoek voor hem hadden opgehangen, vond hij mooi, zo vertelde hij Paul. Het had hem goed gedaan. Fijn gesprekje tussen de twee vrienden. Paul kon toen nog niet vermoeden dat hij korte tijd later een telefoontje uit Leeuwarden zou krijgen met een heel andere boodschap. Na een bloeding wilde een ziekenauto hem halsoverkop naar het ziekenhuis brengen, maar onderweg werd een hartstilstand hem fataal.
Een week of vier geleden zijn Paul en ik een keer samen naar hem toe geweest. Het gevecht tegen kanker en slecht werkende nieren was toen nog in volle gang. Na een kwartiertje vertelde hij vanaf de bank in zijn knusse flat de eerste mop. Het ging over Sinterklaas bij de brug in Deventer of zoiets. Daarna nog een paar. Ook vertelde hij enkele anekdotes met dat typische accent van hem. Beetje hortend met mooie termen, bij voorkeur niet in algemeen beschaafd Nederlands. Een diplomaat was hij niet, want hij slikte geen woord dat op het puntje van zijn tong lag, weer in. Schuttingtaal, vloeken. Het behoorde tot zijn vocabulaire. Het Korbachiaans bestaat echt.
Ik was in de jaren 80 bij een van zijn eerste trainingen bij FC Twente. De woorden die daar over het traininsgveld achter Het Diekman vlogen, stonden een oudere bezoeker niet aan. ‘Ze zien me hier pas terug, als de opvolger van deze Korbach begonnen is’, zei de man en maakte zich uit de voeten. Tja. Fritz zei het, zoals hij het zei. Of anderen dat als ordinair beoordeelden, vond hij verder prima. Het deerde hem niet. Gelukkig produceerde zijn brein ook originele woorden. Daar had hij zelfs patent op. Een slechte wedstrijd in de eredivisie op tv? Het leek wel Bal op het Dak 17 tegen Windkracht 24. Chocoladepap. Papegaaiensoep is een van de mooiste. Hij hield van papegaaiensoep. Na de eerste training bij Heracles wilde ik hem even spreken. ‘Laten we naar boven gaan’, zei hij, ‘daar hebben we een spreekkamer van honderd meter tot onze beschikking.’ Daar liep hij linea recta naar de koelkast om zich daar een glas papegaaiensoep in te schenken. Had hij na zo’n inspannende eerste training wel verdiend, zo meende hij.
Naast het Korbachiaans bestond ook het Korbach-effect. Hij kon ploegen die slecht presteerden weer boven Jan helpen. Fritz was een sportpsycholoog avant la lettre. Hoe doe je dat als een speler onder de maat presteert? Of in de put zit? Dan loop ik ‘toevallig’ samen met zo’n jongen op als we richting trainingsveld lopen, of terug. En dan praat ik hem even moed in. Dat is voldoende, zo vertelde hij mij ooit. En inderdaad, de bewuste speler voetbalde even later weer als vanouds.
Ik maakte hem mee bij PEC Zwolle, waarmee hij promoveerde naar de eredivisie; soms ook bij FC Twente, hoewel ik toen vooral in Gelderland werkzaam was. Later kwamen we elkaar tegen bij Go Ahead en Heracles en verder af en toe bij andere clubs. Soms had ik hem te gast in een sportcafé. Succes verzekerd met Fritz als verteller. Een leuke andekote deed zich tijdens zo’n meeting bij HSC’21. Het was in maart 1999. Te langen leste mochten mensen uit de zaal vragen stellen aan de geïnterviewden. Een slimme speler van A3 liep naar de microfoon en richtte zich tot Fritz Korbach die had verteld dat hij zonder club zat en misschien zelfs wel genegen was om een amateurclub te gaan trainen. “Wij van A3 hebben geen trainer, zou u ons een keer willen coachen op een zaterdagmiddag?” Korbach zegde toe en dat niet alleen: hij hield nog woord ook. Enkele weken na de bewuste avond stond hij langs een bijveld de jongemannen van A3 te coachen tijdens de wedstrijd tegen De Tubanters. ‘Samen met nog 73 andere toeschouwers, een record voor A3. De jongens van De Tubanters A3 wonnen met 3-2. Geen Korbach-effect dus dit keer, maar de boys van HSC hadden een mooie middag onder leiding van de unieke Korbach.
Hij heeft alle vier de Overijsselse profclubs getraind. Plus een tijdje Rohda. Hij keek er met plezier op terug. Voor wie er meer over wil weten, er zijn twee biografieën over hem verschenen. Niet veel trainers kunnen hem dat nazeggen. ‘Magere Hein is in mijn broekzak gaan zitten, maar hij heeft grote kans dat ik hem zijn nek omdraai’, vertelde Fritz Korbach me twee weken geleden via de telefoon. Jammer dat hij die klus niet waar heeft kunnen maken. Het was te zwaar. Onmenselijk. Jammer dat hij er nu al tussenuit is gegaan, 66 jaar pas.
Als ik dit lees is net alsof ik het boek lees van Korbach met de titel” onaangepast ” met prachtige teksten en een goed verhaal.
Fritz, you’ll never walk alone!
Wat een mooi hommage zou het zijn om de biografie van Fritz hier te plaatsen. In delen, net als destijds met het boek van Ben Weber, over zijn broer Gino.
Wat een prachtig gebaar zou het zijn de biografie van Fritz hier te lezen, zou dan mogelijk zijn?