Hij was een van mijn eerste trainers in het betaalde voetbal. En is enorm belangrijk geweest in mijn weg naar het bestaan als profvoetballer. Ik heb het over Nico van Zoghel, de oud-keeper van onder andere VV DOS, De Graafschap, SC Amersfoort en natuurlijk GA Eagles. Nico werd ooit geselecteerd voor het Nederlands elftal, maar speelde nooit een wedstrijd voor Oranje.
Noemenswaardig is zeker dat hij als keeper de meeste doelpunten in de eredivisie heeft gemaakt . Maar liefst zeven treffers heeft hij op zijn naam staan. Ik ken voorhoedespelers die hier jaloers op zouden zijn. Als trainer kon ik mij geen betere wensen, ook al zeggen ze vaak dat ex-keepers er niet veel van kunnen.
In mijn ogen hoort Nico zeker niet in dit rijtje thuis: hij was tactisch sterk, gaf lekkere trainingen, had vreselijk veel humor en niet onbelangrijk, hij zag het in mij zitten. Niet altijd was dat fijn, want hij zat constant op mijn huid. Hij hield me scherp in de gaten en dan met name mijn vetpercentage en gewicht (valkuilen voor mij), maar gaf me wel enorm veel vertrouwen.
Na een training op een bloedhete dag hing ik onder de kraan om wat te drinken. Van Zoghel zag dit en trok mij onder de kraan vandaan. Hoe kon ik zo stom zijn om zoveel water te drinken? Tegenwoordig is dat goed, toen vond hij het maar een onzinnige actie. Ook moest ik het niet in mijn hoofd halen handschoenen aan te trekken tijdens de wedstrijden, ook al was het -20 graden celsius. Maar vaker was hij goed voor me. Als hij de basiself opschreef, koos hij mij als een van de eersten, zo voelde het.
Toen ik van GA Eagles naar Roda JC verhuisde, hielden we contact en dat is altijd wel gebleven. Als we elkaar dan weer zagen, kwamen altijd de verhalen boven tafel en zeker als er gezelschap bij was. Zoals ik al eerder zei: Nico heeft enorm veel humor en meestal ben ik dan het ‘lijdend voorwerp’.
Hij vertelt dan over een penalty die ik miste op een toernooi in Breda . Ik raakte de bal niet erg lekker en hobbelend en tergend langzaam ging het speeltuig een meter of vijf naast. Nico dikt dat nog altijd ietsjes aan en zijn glunderende ogen spreken dan boekdelen.
Of dat ik op een trainingskamp van GA Eagles voor het eerst een paar borrels had gedronken. Ik schijn toen een grote bek (die ik toen helemaal niet open deed) te hebben gehad en gezegd en geroepen te hebben wie in godsnaam Wimpie Woudsma was… Wim was bijna Mister Go Ahead, zat tegen een transfer naar Feyenoord aan en was absoluut de beste speler in Deventer, maar dit terzijde.
Of die keer dat ik met Nico mee moest rijden naar Telstar in Velsen en ik mijn mond twee keer anderhalf uur heb dicht gehouden. ‘Wat een dooie’, zegt hij dan altijd. Nico is naast alles wat hij doet en zegt een geweldige man, ik kan wel zeggen een vriend. Na het ongeluk van Les en Sven kwam hij regelmatig vanuit Breda (waar hij assistent-trainer was) naar Lelystad.
Hij was bezorgd, leek gewoon weer op mijn trainer van vroeger. Praatte op me in, was streng, maakte een schema om weer op kracht te komen, zocht hulp voor me, maar was vooral een vriend die er was als je een vriend nodig heb. Als we elkaar nu zien, en dat is veel te weinig, word ik altijd blij van zijn verhalen en aanwezigheid.
Nico van Zoghel is een prachtige kerel…