Je zal maar speler zijn van Levante, Almeria of Malaga. Je ligt ’s middags op een hotelkamer in Barcelona nog even te rusten, want om acht uur moet je aantreden in Camp Nou tegen Barcelona. Tegen het beste elftal van de wereld, met de beste spelers van het heelal. Tegen een formidabele voetbalmachine die voetbal speelt van een andere planeet. Het is onnavolgbaar en gaat zo snel dat het soms pijn aan de ogen doet.
Bij zo’n speler schieten op de hotelkamer verschillende gedachten door het hoofd, dat kan niet anders. Onder de vijf houden zal al een topprestatie zijn, denkt hij. Maar wat moet je doen als Lionel Messi op je afkomt met de bal aan zijn linkervoet? Je weet wat hij gaat doen, maar de bal afpakken van de beste voetballer te wereld? Onmogelijk. Of als Iniesta zijn steekpasses geeft. Je weet het dat hij het gaat doen, maar waar naartoe? Xavier is namelijk de uitvinder van de no look steekpass.
Gedurende de siësta gaan je gedachten naar 100.000 socios, die hun favorieten likkebaardend toejuichen, met een olé bij elk balcontact van Barça. Het zal nooit stil worden op deze avond, je weet het. Zelf zal je de bal maar twee, hoogstens drie keer aanraken. Je wordt afgejaagd, krijgt geen moment rust en na afloop moet je hoogstwaarschijnlijk aan de beademing. Als je in God gelooft, zoals bijna alle Spanjaarden, vraag je om hulp van de Lieve Heer. Of hij de Barcelona-machine wil laten haperen vanavond. Of hij Xavi en Villa niet een beetje ziek wil maken. Misschien wil Guardiola wel wat jongens van Barcelona B opstellen, je smeekt het zelfs.
Badend in het zweet schrik je wakker; eventjes was je weggedommeld, maar je zag die woeste kop van Puyol, die hoog boven je uittorende en keihard de 7-0 binnenknikte. Gelukkig het was maar een nare droom. Maar wel een droom die wel eens uit zou kunnen komen… Even douchen nog en dan de tas inpakken met, wat extra onderbroeken erin – want in de rust moet je jezelf verschonen, dat is zo klaar als een klontje.
Het is geweldig om in Camp Nou te spelen. Zelf heb ik er twee keer gespeeld en ook op een hotelkamer gelegen in de wetenschap dat je een pak slaag krijgt. Barcelona was gelukkig toen mild; 4-1 en 3-0. Toch werden we helemaal gek gespeeld, van het kassie naar de muur en ik heb zelf alleen maar Barça-spelers voorbij zien flitsen .Het is geen pretje hoor als je Michael Laudrup op je af ziet komen en je weet dat die gaat slepen, bij voorbaat een kansloze missie om van Michael een bal af te pakken. Het was trouwens geen schande om tegen dit Barcelona slechts sparringpartner te zijn. Het was namelijk het team dat in dezelfde tijd de Europa Cup 1 won, met onder anderen Ronald Koeman, Michael Laudrup, Hristo Stoichkov en Johan Cruijff als trainer; toch wel een aardig elftal, dacht ik.
Maar toch is het Barca van toen het Barca van nu niet. Om op dit moment een wedstrijd tegen Barcelona te moeten spelen, is een nachtmerrie. Het is een genot om naar te kijken, het is voetbal van de aller-bovenste plank, volgens mij niet meer te overtreffen. Maar om speelbal van dit team te zijn, is natuurlijk een enorme straf. Medelijden heb ik dan ook met de tegenstanders van Barcelona die vernederd worden. Ik weet er alles van…