Eigenlijk moest hij naar school. Maar dat konden zijn ouders niet betalen. Daarom kluste hij wat bij. Toeristen hebben tenslotte geld. Hoe meer je weet, hoe indrukwekkender je bent. En hij was indrukwekkend. Dat menneke van een jaar of acht, negen. Met een voetbal onder zijn arm. Alleen bij Angkor Wat, een tempel. Een wereldwonder in Cambodja.
‘Where you’re from?’, vroeg hij. Ik dacht dat hij Nederland niet zou kennen. Dus zei ik ‘Europe’. ‘You’re blond. From Sweden?’ Dit mannetje wist waar hij het over had. ‘Almost right: Holland.’ ‘Your queen Beatrix. Your prince Alexander. His wife Maxima.’ Hij somde zijn kennis op en telde vervolgens -de bal al hooghoudend- tot tien. ‘Een, twee drie, vier, fünf, sex, of was het sechs, zeven, acht, negen, tien.’
Van ieder land wist hij dingen. Hij wist dingen die ik al niet meer weet. En hoe meer hij wist, hoe hoger zijn inkomsten waren. Wie heeft niet een paar dollar over voor ‘een feest der herkenning’ van een piepjonge Cambodjaan?
Ik testte hem. Met onzinnige vragen over de Verenigde Staten en China, en toch maar Zweden. ‘Wat eten we in Nederland?’ ‘Welk politieke systeem kent China?’ ‘Hoeveel mensen wonen er in Gibraltar?’ Maar de million dollar question was natuurlijk: ‘Wie is onze beste voetballer?’
‘That’s an easy one’, zei hij. ‘Ruud van Nistelrooy’.
Hij moet intussen een jaar of veertien zijn, dus of hij nog altijd hetzelfde antwoord geeft weet ik niet. Maar volgens de alwetende van Angkor Wat is onze beste voetballer vandaag gestopt met voetballen.