Vrijdag 22 november 2024
Twentesport

Prachtige orthopeed

Geplaatst op 28 mei 2012 door   ·   2 Reacties

Naarmate je op leeftijd komt worden de lichamelijke ongemakken groter , tenminste bij mij . Zo  loop ik  nu al een jaar of drie met een versleten heup rond en dat is vervelend. Al drie jaar moet ik geopereerd worden, maar steeds stel ik het uit. Omdat de kans op een succesvolle operatie 70 procent is, tenminste, dat was vorig jaar de prognose. De eerste keer dat een arts over een operatie sprak was het nog 60 procent, dus dat gaat vooruit. Eigenlijk heb ik periodes dat het een stuk beter gaat met mijn heup en dat is meestal als ik aardig op gewicht ben. Maar ook dat klopt niet echt, want ik ben nog nooit zo goed op gewicht geweest als nu, terwijl het de laatste tijd toch echt kommer en kwel is met de rotte heup. Ik voetbal mijn wedstrijdjes met Lelystad 4 als een aangeschoten hert en als ik dan  af en toe met trainingen van de Eagles een balletje mee tik, dan vragen de jongens of ik steentjes in mijn voetbalschoen heb. De dag na een wedstrijd of training komt opa lastig uit zijn bed en als ik met mijn zoontje  Lyns (4 jaar) een wedstrijdje hardrennen doe, loopt hij mij er finaal uit .

Vooral het laatste was voor mij het sein om medische hulp te vragen aan onze clubarts, Dennis Kok.  Jullie moeten weten dat ik nog nooit geopereerd ben en dat wil ik zolang mogelijk uitstellen, want ik ben werkelijk als de dood voor een medische ingreep. De angst dat ik niet meer uit de narcose ontwaak, wint het van de wetenschap geen pijn meer te hebben. Dus vroeg ik aan Dennis of ik geen spuit in het gewricht kon krijgen. Ik had weleens opgevangen dat spelers een spuit met vloeistof (ontstekingsremmer, en pijnstiller) kregen toegediend, meestal in de knie of enkel. Dennis zei dat dat bij mij ook  kon en als het het even mee zou zitten, dan kon ik een maand of twee veel minder pijn in mijn heup hebben.

Dus toog ik verleden week naar het Rijnstate ziekenhuis in Arnhem. Ik moest mij melden op route 49, om kwart voor drie. Ik werd snel opgeroepen door een verpleegster en die leidde mij naar een zaaltje waar een man in een bed lag met een ingepakte neus. Naast hem stond een leeg bed met een blauw schort erop. ‘Kleedt u zich maar rustig uit, mijnheer Boerebach’, zei de zuster, ‘dan even het schort aandoen, u mag uw onderbroekje aanhouden.’ Nerveus brabbelde ik in mezelf wat er in hemelsnaam ging gebeuren. Ik was hier fout, dat kon niet anders, ik kwam voor een spuit, een injectie in mijn heup, meer niet.

Toen op hetzelfde moment er een lijkwitte meneer met twee oren in het verband werd binnengereden, op een ander bed, brak het angszweet bij me uit. ‘Ik zal toch niet geopereerd worden’, dacht ik, ‘de dokter had me toch wel goed begrepen?’ Het alleraardigste verpleegstertje zag mijn paniek en vroeg wat er aan de hand was. ‘Ik hoef alleen maar een spuit hoor, meer niet’, stotterde ik. ‘Rustig maar, meneer Boerebach’, lachte ze, ‘maakt u zich geen zorgen, het komt allemaal goed. U wordt zo opgehaald, maar eerst even dat schort aan en in bed gaan liggen.’

Vijf minuten later werd ik door een broeder door het ziekenhuis gereden, slechts gehuld in een blauw schort en een slipje. Een hoogst onplezierige rit was het, iedereen staarde me aan alsof ik aan een dodenrit bezig was. Op een gang bij radiologie werd mijn bed naast een ander bed gezet, met een man erin die of op weg was naar het mortuarium, of nog in een hele diepe narcose lag. Er zat in ieder geval weing leven in. Ik werd er niet vrolijker van en hoopte dat ik snel zou worden geholpen, maar voorlopig lag ik op een lange ziekenhuisgang in de wacht.

Gelukkig werd ik snel opgehaald en vertelde een radioloog eindelijk wat er precies ging gebeuren. Ik moest onder röntgenapparatuur liggen, zodat ze bij het zetten van de spuit precies konden zien waar ze prikten. Vandaar ook al die poeha… Het wachten was nu nog op de orthopeed die mij ging injecteren. Het was een zij. Wat een prachtige orthopeed kwam daar binnen, echt een schoonheid die mij de hand schudde en zich keurig voorstelde. Ze legde me uit wat ze ging doen, maar het enige waar ik nog oog voor had waren haar schitterende blauwe ogen en geweldige parelwitte tanden. Toen ze me vroeg om toch maar even mijn onderbroek naar beneden te doen, schrok ik me rot. Met beschaamde blik duwde ik het broekje een stukje naar beneden, tot net boven de knietjes. Wat was ik blij dat ik me  thuis nog even had verschoond. De spuit deed weliswaar pijn, maar eigenlijk voelde ik niks. Deze wonderschone orthopeed verdoofde mijn heup op elegante en professionele wijze. Het begin van mijn ziekenhuisbezoek was angstig geweest, maar het einde maakte veel goed, zo niet alles. Ik kan niet wachten tot de spuit  is uitgewerkt en ik weer naar ziekenhuis Rijnstate kan…

Delen is sportief

Reacties (2)

  1. Wim Neeskens says:

    Prachtig geschreven Michel

  2. margret seelen says:

    ik zie het zo voor me hahaha




Archief