SAN MIGUEL DE TUCUMÁN – In het noorden van Argentinië was de zondag voor het circus van Le Dakar een rustdag. Dat wil zeggen dat de rijders in de stad San Miguel de Tucumán een relaxed dagje hadden, maar dat de teams rond de coureurs net als de andere dagen druk waren met het nakijken van de auto’s of motoren en met het vervangen van onderdelen. Erik Wevers (foto) en zijn navigator Fabian Lurquin hebben zich met hun HRX Ford tussen de fabrieksteams naar de twaalfde plaats in het klassement gereden. Daarmee is de Markeloër uit het Riwald-team de beste Nederlander. TwenteSport.com stelde hem tijdens de rustdag een aantal vragen over de stand van zaken.
Was je toe aan een rustdag?
Erik Wevers: ‘Het was een zware eerste week, maar uitgeput zijn we zeker niet. De motorrijders hebben het zwaarder gehad. Met ons valt het mee en dat heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat we nog weinig problemen hebben gehad. Hoe meer het allemaal meezit, hoe gemakkelijker het wordt. Ik zit hier wat te praten met andere rijders, maar onze teams zijn druk aan het sleutelen, de auto’s moeten gereviseerd worden. De jongens hebben het zwaarder, want die werken ‘s nachts ook vaak door. We zitten hier nu in de schaduw van een vrachtauto met een temperatuur van 35 graden. Ik zit wat te praten en zij zijn aan het werk. ‘
Verrast het jezelf ook dat je zo hoog staat?
‘Het loopt goed. Maar we zijn er nog lang niet. Ons doel is de top-10. Dat blijven we proberen. Als het lukt zou dat geweldig zijn. Dat het nu zo goed is gegaan, had ik niet verwacht. Dat is gewoon top. Wat we nu hebben, hebben we. Maar alles moet kloppen. Daarvoor moet hard gewerkt worden en je moet ook het geluk mee hebben.’
Is de Dakar Rally ook mentaal zwaarder dan andere rally’s?
‘Aan het eind van de dag ben je meestal helemaal gesloopt. Tien uur in de auto. Dan bekijk je bij aankomst nog even de auto om daarna een behandeling te ondergaan van de chiropractor die met ons mee is. Maar ik klaag niet. Het loopt goed. Vergeet niet dat we hier het hele jaar voor getraind hebben. We zijn er goed op voorbereid.’
Wat verwacht je van de tweede week?
‘We krijgen nog twee dagen zware duinen voor de kiezen. Veel kilometers. We moeten zien dat we onze positie vasthouden. Ik kan er weinig van zeggen. Eén klein gat of een dikke steen kunnen fataal zijn.’
De Fransman Stéphane Peterhansel is de koploper. Hij won Le Dakar al tien keer. Voor jou is het de tweede keer. Is het verschil echt zo groot?
‘Peterhansel heeft veel meer ervaring. Hij kan daardoor veilig sneller rijden. Het is ons tweede jaar pas. Daar komt bij dat we een privé-team hebben, Peterhansel maakt deel uit van een professioneel fabrieksteam. Vandaag tijdens de rustdag wordt alles in de auto vervangen. Toch valt na een lange etappe het tijdsverschil tussen hem en ons best wel mee.’
Hoe gaat het met Gert Huzink, jouw teamgenoot bij Riwald?
‘Gert had het beter willen doen. Hij heeft ook nog eens veel pech gehad. Een klein probleem kan heel groot zijn. Maar hij had zeker wel hoger in het klassement willen staan.’