VRIEZENVEEN – Het avontuur in de topklasse lijkt voor Deto uit te draaien op een teleurstelling. ‘Het is duidelijk dat we er ons vooraf wat anders van voorgesteld hadden’, vertelt Deto-voorzitter Corné van het Laar (foto). ‘Het is gewoon zoals het is en dus proberen we er het beste van te maken’.
‘Natuurlijk is het niet leuk, wanneer je direct na de winterstop tegen een aantal fikse nederlagen aan loopt, maar als bestuur gaat het er om een lange-termijn-visie te hebben en niet naar de waan van de dag te handelen. Als je vindt het zelf beter te kunnen, moet je je trainers diploma’s halen en het laten zien. Wij proberen verder vooruit te kijken. We hadden natuurlijk in kunnen grijpen en de trainer ontslaan, toen het niet goed ging. Maar we hebben Michel van Oostrum juist heel bewust met een bepaalde gedachte aangesteld. Wanneer de spelers dan aangeven tevreden te zijn met hem, is dat voor ons de bevestiging de juiste keuze te hebben gemaakt.’
Hoewel de resultaten op het veld dus niet aan de verwachting voldoen, haalt Van het Laar toch voldoening uit het seizoen. ‘Het heeft geen zin achteraf te zeggen: had Deto misschien niet moeten promoveren. We hadden moeilijk in de bus, op weg naar de beslissingswedstrijd, kunnen zeggen dat er verloren moest worden. We hebben vorig jaar een heel jaar gevochten voor een goede klassering. Wanneer het dan lukt te promoveren, moet je er gewoon van genieten. De manier waarop andere clubs zich presenteren, het contact met bestuursleden van andere clubs, Roelof Luige die bij ons komt fluiten, al dat soort zaken zijn ook heel mooi om mee te maken. Morgen treffen we Spakenburg, het is prachtig om tegen zulke tegenstanders te spelen.’
Dat het Topklasse avontuur van Deto waarschijnlijk over tien wedstrijden voorbij is, beseft Van het Laar: ‘De kans dat het nog goed komt, is natuurlijk klein. Het is ook zeker niet zo dat we ons te groot voelen voor de Hoofdklasse. Het zou mooi zijn om daar een aantal regionale tegenstanders te treffen. Er is een aantal clubs waar je dan aan kunt denken. Excelsior’31, Genemuiden, SVZW maar bijvoorbeeld ook DOS’37, daar zouden we volgend jaar zomaar mee in één klasse kunnen spelen.’ De club richt zich ondertussen al nadrukkelijk op het komende seizoen. ‘We zitten met de spelers in de afrondende fase wat betreft de gesprekken. Vervolgens gaan we kijken op welke plekken we nog versterking kunnen gebruiken.’