Voortaan behandelt voetbaltrainer Theo Vonk – in Hengelose kringen ook wel de goeroe genoemd – op maandag regelmatig op deze plek een paar opvallende zaken uit het voetbalaanbod van het recente weekend. Hij observeert de spelers en heeft als ervaren trainer en voormalig topverdediger van AZ speciaal oog voor schoolvoorbeelden van defensieve fouten. Vandaag de eerste aflevering. Onderwerpen: Bart Schenkeveld, Rasmus Bengtsson en Stefan de Vrij.
Vonk: ‘Het was een bijzonder interessant voetbalweekend waarin zich schoolvoorbeelden van verdedigingsfouten openbaarden.
Ik begin met de wedstrijd Heracles-PEC Zwolle. Heracles speelde onsamenhangend. De middenvelders verzuimden regelmatig hun verdedigende taken op te pakken en gaven de tegenstander veel ruimte. Nu het schoolvoorbeeld. Na twaalf seconden lag de bal al achter Pasveer. Doelpuntenmaker Drost werd na de aftrap in de diepte aangespeeld. Schenkeveld (foto) maakte de kardinale fout om te proberen voor zijn man te komen. Ik zeg altijd: als de speler wordt aangespeeld die jij moet dekken en jij wilt de bal onderscheppen, dan moet je voor 100 procent zeker zijn. Is er enige twijfel, dan mislukt het en wordt het levensgevaarlijk als jij de laatste man bent, want de speler – in dit geval Drost – gebruikt je als draaischijf. Dus twijfel nooit in zo’n situatie en hou hem voor je.’
‘Een dag later in de Kuip, Feyenoord-FC Twente. De goal van het onthutsend zwakke Feyenoord was een stereotiep voorbeeld van verkeerd dekken. Pellè kon de bal binnenkoppen door een blok van Feyenoorders op Bengtsson. Bengtsson moest Pellè dekken. Pellè beweegt voor, gaat naar de bal toe en een medespeler van hem, Lex Immers, houdt zijn bewaker – in dit geval Bengtsson – tegen door in zijn baan te gaan lopen. Pellè kon ongehinderd inkoppen. Dat Feyenoord dit zo doet moet uit de analyses bekend zijn geweest. Toch gebeurde het. Dubbele dekking was op zijn plaats geweest.’
‘Verder nog even de ongelukkige Stefan de Vrij. Zijn trainer Ronald Koeman bombardeerde hem na de nederlaag tegen PEC de hele week met opmerkingen over mannelijker en harder verdedigen. De gevolgen zag je. Twee keer geel = rood. Je maakt van een schaap geen leeuw. Als zo’n speler overdreven hard wil zijn, zie de overtredingen ver van te voren aankomen. De les voor coaches is dus: ga met zulke spelers en situaties voorzichtiger om.’
Beste Theo, ik kan niet anders dan 100% met u eens zijn. We kunnen in ons land gewoon geen verdedigers meer opleiden. Verdedigen is een “vies’ woord en bij de pupillen willen ze (of denken ze) dat als ze talent hebben zo maar even Lionel Messi kunnen worden. Welke ouder en/of trainer/begeleider maakt het hun zoon of dochter eens duidelijk dat je, als hij/zij qwa bouw en fysiek en een beetje talent heeft, ook heel ver kunt komen als profvoetballer door een goede verdediger te worden. Wat mij betreft mag Theo morgen op parttime basis naar Heracles komen en tijd en aandacht besteden aan het vak van verdedigen. Prutsers hebben we hier, ik kan het niet anders zeggen.
Haahaha jaja als je de beelden erbij neemt kan ieder matige voetbalverstand hebber zulke analyses maken. Dit is nou de ideale voorbeeld van de Nederlandse maatschappij iedereen weet het beter en je hoort ze alleen als het minder loopt. Jammer
Reactie op analyse Theo Vonk:
Israel, Rijsbergen, de Vries: meedogenloze verdedigers van vroeger. Ze bestaan niet meer. Je werd op de plaats gezet. Als je niet luisterde dan moest je maar voelen. Coachen, sturend, vloekend, werd de achterhoede geleid, de keeper gecoacht en de scheidsrechter bespeeld. In de kleedkamer ging het hard tegen hard: in de rust en na de wedstrijd. Trainers gooiden woedend een deur uit de sponning, thee vloog door de lucht. Elkaar even goed de waarheid zeggen en dan de volgende keer als kerels de wei in. Oefenvormen zoals: 1 tegen 1 en 2 tegen 2 op de training. Niemand mocht verzaken. Partijvormen 9 tegen 9 alleen scoren met de kop. Zo leer je wel dekken. Iedere fout werd afgestraft. “mandekking”,” positiedekking”,” overnemen van de dekking” zijn loze woorden geworden. Nu hoor je zachte kreetjes als: “zak in”, “onder de bal”, “opendraaien” enz. Bijna geen enkele voetballer kan meer coachen.
Pingen, sms, what’sup dat kennen ze allemaal. Men is vergeten te praten. Laat staan coachen. Vroeger waren er geen mobieltjes, zelfs geen koffer met postduiven. Er stonden bouwvakkers, slagers en arbeiders op het veld die boos op je werden als je de taken zoals dekking niet goed uitvoerden. Je zat aan hun broodwinning. Fouten betekende verlies. Verlies betekende geen wedstrijdpremie. Vaak heeft een betaalde club een spitsentrainer en keeperstrainer in dienst. Het zou niet gek zijn om 1 training per week over te laten aan een “laatste linie trainer”. Een ex-verdediger die zelf op hoog niveau heeft gevoetbald en het klappen van de zweep kent. Hiermee kun je veel punten verdienen.