He he, we zijn weer begonnen. Gisteren mocht ik dan toch mijn eerste officiële wedstrijd van het seizoen noteren. Met de districtsbeker werd het amateurseizoen officieel op gang geschoten. Het zou tijd worden.
Normaal gesproken zou ik er niet voor uit huis gaan, maar de honger naar de bal is groot, dus toog ik gisteren – inclusief hond – naar het sportpak van Victoria Boys. Een club die betere tijden heeft gekend en dat is nog af te lezen aan het prachtige complex van de club, die het rijke verleden als eersteklasser in herinnering houdt. Begin jaren zeventig kwamen hier Quick’20, Eilermark, SC Enschede en De Treffers op bezoek. Tegenwoordig is de club een vierdeklasser en gisteren speelde de club de stadsderby tegen AGOVV. Jawel, ze bestaan nog, nu alleen plotseling als zaterdagvierdeklasser.
Bekerpotjes willen nogal eens veredelde oefenpotjes zijn, maar daarvan was gisteren geen sprake. Achteraf hoorde ik dat vier spelers van “Vickie” Boys op het laatste moment nog overstapten naar de in Apeldoorn weinig populaire blauwen. De messen waren dus geslepen en het was dus genieten geblazen. De boze oranjehemden eindigden het duel met maar negen spelers, maar wonnen wel: een felbevochten en luid bejubelde 1-0.
De kop is eraf van het seizoen. Ik heb weer genoten. Ik zet voor zaterdag alvast met potlood HHC Hardenberg – Capelle in de agenda.