Ze zijn er in mijn ogen steeds minder, de echte liefhebbers. De liefhebber die je wakker kan maken voor een potje voetbal. Die de woonboulevard, met moeder de vrouw, laat schieten voor een partij op een knollentuin tegen grote boeren. Ik ga in ieder geval door met voetballen zolang het nog kan. Al worden de gebreken steeds groter, ik blijf er plezier in houden. Het is en blijft een prachtig spelletje. Over liefhebbers gesproken… gisteren was ik in Twello bij Voorwaarts tegen SV Epe.
Hij kan het nog steeds niet laten, die kleine. Zijn club SV Epe is in degradatiegevaar en Marc Overmars, want over hem heb ik het, had zijn voetbalschoenen weer uit het vet gehaald. Marc is een liefhebber pur sang , heeft 86 interlands achter zijn naam en kwam onder meer uit voor Ajax, Arsenal en Barcelona. Het maakt Marc niet uit of hij in Camp Nou, op Highbury, in de Adelaarshorst of zoals gisteren op sportpark De Laene speelt. Hij voetbalt nog zo graag en dat is mooi.
In Twello, op een verdraaid hobbelig veld, stond naast hem nog een liefhebber, in de spits: John Stegeman, de assistent-trainer van Heracles Almelo. De twee Epenaren die op donderdagavond meestal meetrainen met Epe, hielpen zo hun club uit de brand.
Epe was veel sterker dan Voorwaarts, dat veel ontzag toonde, mede door de inbreng van Marc en John. Die laatste, nog niet helemaal op gewicht,was een ijzersterk aanspeelpunt en Marc snelde een paar keer ouderwets langs het jonge rechtsbackie van de tegenstander. Stegeman scoorde nog uit een bekeken vrije trap en Epe won vrij eenvoudig met 1-4. Ik weet niet of het duo nog vaker mee zal doen, maar met het genoemde tweetal zal Epe zeker niet degraderen. Marc en John, twee echte liefhebbers: gelukkig, ze bestaan nog…