Wat later op de zaterdagmiddag arriveer ik op de Military voor een klein journalistiek klusje. Weer valt op hoe professioneel het evenement daar aan de rand van Usselo en Boekelo intussen is geworden. Het parkeren, de ontvangst, de inrichting van het circus eromheen. Nog niet zo lang geleden liep ik als journalist als het ware zo door naar de perstent. Nu niet. Ik moet per se door de hoofdingang, meld me iets verderop bij een balie en krijg vervolgens een jongedame mee die me naar de perstent moet begeleiden.
Ik zeg tegen haar, dat het niet nodig is. ‘Ik weet de weg. Blijf lekker binnen’, zeg ik.
‘Nee, dat mag niet’, antwoordt ze. ‘Jullie mogen niet overal komen. Ik moet u begeleiden tot het perscentrum.’
‘Waar mogen wij dan bijvoorbeeld niet komen’, vraag ik haar nieuwsgierig. Waar willen ze liever geen journalisten in de buurt zien. Dat wil ik uiteraard graag weten, want eigenlijk moeten wij voor de vanzelfsprekende transparantie overal moeten kunnen kijken en luisteren, niet waar.
‘Daar waar de meldingen van zware ongelukken binnenkomen. Daar mogen jullie niet komen’, vertelt ze openhartig.
Aha.
Professioneel dus en veel volk, heel veel volk. RTV Oost zegt: 60.000. Dat lijkt me een te hoge raming. Maar dat het er ontiegelijk veel zijn, is zeker.
Ik loop een tweetal kennissen tegen het lijf. ‘Wie staat erop kop momenteel’, vraag ik hen. Ik kom immers net aan.
‘Op kop? Dat weet ik niet’, zegt de vrouwelijke helft van het duo. ‘Ik heb vandaag nog geen paard gezien. We zijn om 12 uur gekomen en gaan nu naar huis. Het is mooi geweest.’
Zij zijn niet de enigen die tijdens het mega-evenement geen paard zien. Volgens een onderzoekje van een paar jaar geleden weten acht van de tien bezoekers niet hoe de stand van zaken tijdens en na de wedstrijd is en een groot aantal (duizenden mensen dus) ziet geen paard. Ze komen het hoofdterrein niet af. Het evenement is prachtig daar op de essen, in de bossen en ook op het hoofdterrein met de zogenaamde VIP Plaza Business Club. Er is een Nederlandse en een Engelstalige speaker, alles wordt eraan gedaan. Jung, Todd, Naber, Dibowski, Brown, Fox-Pitt, Hoy, Lips en al die andere deelnemers die al heel wat grote eventing-wedstrijden op hun naam hebben staan, nemen een van hun beste paarden mee naar Boekelo, maar het zal de meeste bezoekers eigenlijk worst zijn.
Ik denk dat het zeker zou schelen als ook een aantal Twentse deelnemers mee zou doen aan de wedstrijd. Of dat de hoofdwedstrijd wat minder groot zou zijn, zodat er nog een tweede, minder zware wedstrijd gehouden kan worden voor talentvolle ruiters en amazones met daarbij een groot aantal uit de regio, Twentenaren, Achterhoekers, Sallanders. Daardoor kan dan op termijn ook een vijftal Twentenaren klaar zijn voor de strijd tegen Todd, Jung en Hoy. Stel dat drie kanshebbers op de nationale titel of zelfs op de eindzege afkomstig zijn uit Albergen, Losser en Delden, ik noem maar zo een paar plaatsen. Dat zou toch wat zijn. Dat levert meteen meer geïnteresseerde bezoekers op, de regionale media hebben veel meer belangstelling en stof tot schrijven of uitzenden en deze an sich kleine tak van sport wordt er stukken populairder door in de regio en in den lande.
Ik ben ervoor en trek deze leemte in het evenement meteen door naar de andere grote Twentse evenementen. De FBK-games, de marathon Enschede, de military en de triatlon in Holten moeten meer Twentse toppers op de deelnemerslijst hebben. Dat is een must, vind ik. Dan zou de regio hen nog veel meer omarmen. Dan zouden de bijvoorbeeld de FBK-games het nu niet zo moeilijk hebben gehad om het voortbestaan te waarborgen. Dan was dit hoogstaande gala elk jaar uitverkocht, want dan wilde Twente die Nijverdalse verspringster of Goorse 1500-meter loopster, die Hengelose kogelstoter of Almelose polsstokhoogspringer in actie zien.
Ik weet natuurlijk ook wel dat er veel regionale atleten aan de marathon meedoen, maar dat zijn geen lopers die zich kunnen meten met de ingevlogen Kenianen, Oegandezen en Ethiopiërs die strijden om de zege, zoals destijds Marti ten Kate deed. Het CSI Twente noem ik bewust niet. Daar doen elk jaar wel Twentenaren mee om de eindzege en krijgen talenten in andere rubrieken de kans om zich te laten zien. Ook in de Ronde van Overijssel zijn altijd enkele Twentse wielerploegen van de partij. De organisatie denkt overigens ook serieus na over een ronde voor junioren en nieuwelingen.
Als de FBK-games, de marathon, de triatlon en de military samen met de regionale verenigingen een plan zouden hebben gehad om talenten op te leiden die dan uiteindelijk op het jaarlijkse evenement tussen de internationale deelnemers een kans kunnen maken op een goede klassering, zou dat voor dat evenement van grote waarde zijn. En dat niet alleen, het zou voor de regionale topsport fantastisch zijn. Ze stimuleren weer anderen om het zelfde te proberen en daarbij scoren ze ook nog regelmatig in andere binnen- en buitenlandse wedstrijden goede uitslagen en publiciteit. Dat is pas professioneel. Dat soort plannen zijn nooit gemaakt of althans nooit uitgevoerd en dat is jammer.
Terug naar de actualiteit, terug naar Boekelo. Ondanks mijn bezwaar: hulde voor de professionele organisatie (ook al mag mijn soort niet overal met de neus bovenop staan).
(foto Sportfoto Regio-Twente)