Het verhaal van de dag op het sportpark Scholtenhagen was zondag niet de knappe 3-1 overwinning van HSC’21 op Leonidas, maar het feit dat Luc Castaignos was gespot op de tribune. Het bezoek van de club uit zijn geboortestad had hem kennelijk naar Haaksbergen gelokt. Maar of hij er nou veel plezier aan heeft beleefd?
Hoewel de thermometer af en toe het streepje van de tien graden kuste had hij zijn muts tot diep over de oren getrokken en zijn kin begraven in de kraag van zijn jas. De onvermijdelijke oordopjes aan zijn oren gelijmd. Het leek zo mooi incognito allemaal, maar toch zwermden negentig minuten lang de plaatselijke jeugd, de lokale bakvissen en kirrende huismoeders om hem heen. Het was een bijna surrealistisch gezicht. Een stuurs voor zich uit kijkende en ongemakkelijk ogende jongeman met op de stoeltjes daar omheen een stuk of tien vol aanbidding en ongeloof kijkende jongetjes. Aan hem vastgekleefd, alsof het een moderne Rattenvanger van Hamelen was.
De meest brutale van het stel ging direct naast hem zitten en vuurde de een na de andere vraag op hem af. Of hij HSC goed vond spelen. Of hij wel vaker kwam kijken. Enzovoort. Antwoorden heb ik niet kunnen ontwaren, maar af en toe hoorde ik wel een bromtoon op een lage frequentie langs mijn slakkenhuis trekken. Dat zal de respons dan wel geweest zijn.
Ik had met hem te doen. Een jongen die ook nog maar net volwassen is en niet op zondagmiddag zonder gedoe en gezeur even een potje voetbal kan gaan kijken. Ik weet het, daarvoor verdienen ze ook bakken met geld en dan hoort dit er bij. Het is verleidelijk om cynisch te doen over de maniertjes en het verwende gedrag van al die miljonairs van twintig jaar die zichzelf met imposante koptelefoons afsluiten van de buitenwereld en in een interview niet in staat zijn tot het geven van een enigszins fatsoenlijk antwoord. Maar zondagmiddag kon ik me er ineens iets beter in verplaatsen. Ik kreeg zowaar medelijden met Luc.
Medelijden? De laatste keer dat ik Luc mocht interviewen was na de wedstrijd tegen NEC in de Grolsch Veste (2-2, red.). Castaignos speelde zeker niet onaardig en ik wilde hem graag spreken, het was lang geleden.
Normaliter schrijf ik de antwoorden op als ik aan het interviewen ben, maar dit maal koos ik ervoor om het gesprek op te nemen met mijn voicerecorder. Zo kon ik mij volledig op het interview zelf concentreren en bovenal: ik kon hem aankijken terwijl ik hem ondervroeg.
Wat volgde vond ik echt ongehoord. Terwijl ik hem vijf minuten lang aan heb gekeken stond Luc voor me alsof hij in gedachten al verder door de lange gang liep waar wij als journalisten soms wel een uur lang moeten wachten totdat de spelers eindelijk tijd hebben om even een paar oppervlakkige antwoorden te geven. Hij heeft me gewoon geen enkel moment aangekeken!
Het lijkt wel alsof de faam Luc naar zijn hoofd is gestegen. Af en toe kan het best wat socialer, maar goed dat is mijn mening…
Zo, hier is ene Renema op zijn veter getrapt omdat een voetballer hem niet aankijkt… Ga een vak doen. Lokettist bij de posterijen. Kijken ze je de hele dag aan. Of wordt beter dan Mart Smeets. Wat een gejammer.
Luc deed het prima zondag. Hij nam zelfs nog even de tijd voor de vrouwen van de bestuursleden en grote sponsoren. Die jongen is ook niet dom; mocht het ooit misgaan bij Twente heeft hij inmiddels al mooi een ingang bij HSC’21. 😉
HSC’21 ? Dat is toch al Gelderland, Haaksbergen ? Poort naar Gelderland. Daar klinkt de g stukken zachter dan de n hard zou moeten zijn. Haaksbergen is niet Twents. NEEDESPORT.com
of hij is gruwelijk verlegen, of belachelijk arrogant. Laat het alsjeblieft het eerste zijn.