ENSCHEDE – Het hoge woord is eruit. Wat al maanden rondzong, werd op de jaarlijkse Nieuwjaarsreceptie door voorzitter/directeur Joop Munsterman (foto) bekendgemaakt: FC Twente gaat samenwerken met Doyen Sports. Het is een internationaal werkende groep die miljoenen euro’s steekt in het profvoetbal. ‘Deze partij beschikt over een enorm netwerk in het internationale voetbal op terreinen als marketing en relatie en in sportief opzicht’, maakte de preses bekend in het laatste deel van zijn nieuwjaarsrede.
‘Het is een volgende stap in de ontwikkeling van FC Twente. Dat is absoluut noodzakelijk om bij te blijven en door te groeien’, verklaarde Munsterman die eraan toevoegde dat het onzin is te beweren dat spelers van zijn club nu eigendom zijn van Doyen. ‘Dat is niet zo. Doyen heeft geen zeggenschap over transfers en is ook geen partij aan de onderhandelingstafel. Doyen verstrekt ons risicodragend materiaal en ontvangt een deel van de toekomstige transferopbrengsten, zoals eerder al gold voor banken en gemeente.’ Om welke spelers het gaat wilden de bestuurders na afloop niet kwijt. Doyen en Twente hebben afgesproken met elkaar geen inhoudelijke informatie te willen verstrekken. Volgens Voetbal International steekt de Doyen-groep op korte termijn vijf miljoen euro in de club in ruil voor 25 tot 30 procent van de transferrechten van de spelers Dusan Tadic, Kyle Ebecilio, Quincy Promes en de pas 16-jarige Bilal Ould-Chikh.
In een uitvoerig verhaal vertelde Munsterman verder wat er in 2013 zoal gebeurd is in de club, zowel op persoonlijk, commercieel als sportief niveau en ook keek hij vooruit naar het nieuwe jaar. Zoals altijd wil de club bij de eerste 4 eindigen, moet Europees voetbal worden gerealiseerd en in de beker wordt minstens een halve finale-plaats gevraagd. Dat laatste is voor 2014 reeds uitgesloten, want in de tweede ronde verloren de Tukkers van Heerenveen. ‘Maar’, zei Munsterman met klem, ‘het belangrijkste doel is dat FC Twente consequent vasthoudt aan het financiële beleid in deze crisistijd. Dat betekent: afbouw van de schuldpositie door in zes jaar ruim 60 procent van de leningen af te lossen, een positief exploitatie resultaat zonder Europees voetbal en een sterke liquiditeitspositie.’