Eigenlijk wist iedereen bij voorbaat al dat het niks zou worden. Beloftenteams die meedoen in de Eerste Divisie is zoiets als meedoen aan een examen, maar vooraf al weten dat je toch geen diploma krijgt. En omdat het toch nergens om gaat ga je maar lekker een beetje ouwehoeren en propjes schieten in de examenzaal, terwijl je collega-studenten zich dood ergeren omdat die wel koste wat kost hun diploma moeten halen.
Het gaat gewoon niet samen, een serieuze competitie (tenminste: dat was ooit het idee achter de Eerste Divisie) gemengd met ploegen die enkel en alleen meedoen om talentvolle spelers wat meer weerstand te bieden. Hoewel er van alles in te brengen is tegen het laten meedoen van beloftenteams in ‘echte’ competities zijn er ook best wat argumenten voor te bedenken. Feit is dat talenten meer hebben aan wedstrijden om het echie met grotere weerstand. Maar dan moet je er wel voor zorgen dat dat ook het geval is. En dus moeten de beloftenteams niet meer voor spek en bonen meedoen, maar gewoon kunnen promoveren en degraderen binnen de gehele voetbalpiramide. Pas dan voelen ze dat het ergens om gaat en kunnen spelers echt rijpen.
Een tweede punt is dat elke schijn van competitievervalsing vermeden moet worden. Dus gewoon afgescheiden selecties, waarbij de gebruikelijke transferregels gelden. Het voorkomt bizarre situaties als van Jong Ajax dat al meer dan vijftig spelers gebruikte en die wekelijks met een compleet ander team voor de dag komen.
Het commentaar van Cees Lok deze week was daarom te potsierlijk voor woorden. De huidige regeling is al veel te soepel, maar hij vindt dat de uitwisselbaarheid tussen het eerste team en de beloften nog veel makkelijker moet worden. Natuurlijk lult iedereen uiteindelijk in het straatje dat hemzelf het beste past, maar het geraaskal van Lok was zo ongelofelijk krom, dat je je afvraagt waar hij het afgelopen seizoen heeft uitgehangen. Van een speler die zijn beste jaren sleet bij de ultieme Eerste Divisieclub FC Wageningen zou je wat meer wereldwijsheid verwachten.