Ard van Peppen werd zondag als linksback van Roda JC regelmatig zoek gespeeld door de aanvallers van AZ. Toch is dat niet de reden waarom ik het deze week over hem wil hebben. Ik neem u mee terug naar zaterdag 19 januari 2013, toen het vroor dat het kraakte in de Beugel Bunker waar de gevoelstemperatuur om na nabij de min twintig was. Tegenstander was RKC, dat duidelijk niet naar Enschede was gekomen om de kleumende supporters ook maar enigszins warm te maken voor het spelletje. Op alle mogelijke en onmogelijke manieren werd de wedstrijd ontregeld en verstoord, waarbij aanvoerder Van Peppen zich als de vervelendste klier van allemaal ontwikkelde. Hij was er nog trots op ook, want na het behalen van de bloedeloze nul-nul durfde hij zowaar te juichen. En de laatste tijd valt het me wel vaker op dat hij het publiek liever beledigt dan vermaakt. U kunt zich dan ook voorstellen dat ik een verblijf in de Jupiler League voor deze ondermaatse anti-voetballer helemaal niet zo’n slecht idee vind.
Hij was overigens niet de enige verdediger die dit weekend, maar eigenlijk al het hele seizoen, opzichtig in de fout ging. De manier waarop ze het achterin bij Utrecht tegen ADO weggaven, moet hun trainer Jan Wouters tot woede en wanhoop hebben gedreven. In zijn tijd was dat geen optie. Maar ook PSV liet zich kinderlijk in de kaart door de spitsen van Heerenveen, die letterlijk vrij spel hadden. Ruud Gullit noemde Henk Fräser, de waarnemer in Den Haag, ‘s avonds bij Studio Voetbal als het prototype van een trainer die niet vies is van verdedigen en niet alleen in balbezit denkt. Misschien moeten meer collega’s een voorbeeld aan hem nemen, zonder nou meteen het catenaccio-voetbal terug te halen. Maar de mooiste misser van het hele weekend was natuurlijk dat de extra bus van Ajax, met het oog op de schaal, voor niks naar Arnhem was gereden. Helemaal niets in Amsterdam – zolang als het duurt kan ik het niet vaak genoeg horen.