Sander Boschker is dus gestopt met voetballen. Het zal in Twente weinig mensen ontgaan zijn. Een optocht van weemoed trok gisteren voorbij op de tijdlijnen van de sociale media. Van Prince Polley tot Andy van der Meyde en van Kurt van der Paar tot Arnold Bruggink. We hielden elkaar maar weer eens collectief voor de gek dat het vroeger allemaal beter was.
Het stoppen van Sander Boschker heeft voor mij persoonlijk nog een extra lading. Niet dat ik nou zo’n Boschker- of Twentefan ben, maar Sander hield de afgelopen jaren in zijn eentje mijn jongensdroom overeind. Sander Boschker was namelijk de enige profvoetballer die ouder is dan ik. Nu is er niemand meer over en is de illusie definitief voorbij.
Ook al zat hij dan voornamelijk de bank warm te houden, zolang Sander er nog was, wist je het maar nooit. En ook al was het voor mij altijd al aanpoten om het niveau van de reserve vijfde klasse bij te benen, het sprankje hoop bleef. Wie weet werd ik nog wel een keer van de tribune geplukt om in te mogen vallen. Misschien was ik wel een laatbloeier en kwam het toch nog tot een doorbraak. Want Sander was er immers ook nog.
Ik twijfel nu wat te doen. De realiteit eindelijk onder ogen zien en proberen de midlifecrisis buiten de deur te houden? Of zal ik, nu het WK in aantocht is toch nog maar eens op zoek gaan naar filmpjes van Kameroen uit 1994. Roger Milla, toen 42, scoorde tegen Rusland. Het was niet meer dan een verder betekenisloze eretreffer, maar toch. Dat doelpunt maakt voor mij het zijden draadje net dik genoeg om toch nog weer twee jaar lang te mogen hopen op een doorbraak.