VRIEZENVEEN – Deto Twenterand degradeerde afgelopen seizoen voor de tweede keer op rij en komt volgend seizoen uit in de eerste klasse. Na de teleurstelling verwerkt te hebben, is er bij voorzitter Corné van het Laar vooral sprake van realisme. ‘Terug naar de Topklasse willen we niet meer, na twee vervelende jaren willen we vooral het plezier en de beleving terug brengen.’
Van het Laar is heel realistisch wanneer hij terugkijkt op de afgelopen seizoenen. ‘Ik denk dat we in het jaar dat we promoveerden naar de Topklasse vooral veel geluk hebben gehad. We bivakkeerden lange tijd in de middenmoot en in de laatste fase van het seizoen kwam alles samen. We slaagden er in om een achterstand van zeven punten goed te maken. Misschien was dat uiteindelijk wel te veel van het goede. We hadden op dat moment de selectie al bijna rond en die bleek uiteindelijk niet voldoende sterk om op Topklasse-niveau mee te kunnen doen. Vervolgens weet je, door de resultaten van andere clubs, dat degradanten uit de Topklasse het ook in de Hoofdklasse vaak erg lastig krijgen. Wij wilden dat voorkomen door een selectie samen te stellen die er wat niveau betreft niet op achteruit zou gaan. Sterker nog, voor aanvang van afgelopen seizoen hadden we zelfs het idee dat we misschien wel de beste selectie sinds jaren hadden.’
Deto Twenterand kreeg het, ondanks de op papier sterke selectie, erg moeilijk, zo moeilijk dat tussentijds afscheid genomen werd van trainer Michel van Oostrum en met Jürgen Schefczyk een vervanger kwam. ‘De druk werd zo groot dat je op een gegeven moment wel moet wisselen van trainer. Dan weet je dat de nieuwe trainer tijd nodig heeft. In de laatste fase van het seizoen begonnen we punten te pakken, maar het leek al te laat. We moesten de laatste wedstrijd naar de koploper toe, die ook nog eens kampioen kon worden. Op dat moment had ik er zelf eigenlijk al geen vertrouwen meer in. Uiteindelijk heb je dan het geluk dat je daar weet te winnen. Geluk, maar wel een prestatie die door ons team is afgedwongen. Daardoor kom je in de nacompetitie terecht, waarin het dan toch niet goed komt en we alsnog degraderen.’
Nieuwe start
Na twee degradaties op rij gaat bij Deto het roer om. In plaats van te kiezen voor spelers van buitenaf wordt veel nadrukkelijker gekeken binnen de eigen vereniging. ‘We kiezen bewust voor een jong regionaal team. Jong talentvolle spelers die het een uitdaging vinden om voor Deto te spelen. Verder verandert er niets, we blijven drie keer per week trainen en houden de randvoorwaarden gelijk.’ Desondanks koppelt Van het Laar aan die voorwaarden geen concrete doelstelling, zoals directe terugkeer naar de Hoofdklasse. ‘Laten we eerst maar eens laten zien dat we het niveau van de eerste klasse aan kunnen, dan kunnen we daarna, bijvoorbeeld in de winterstop altijd nog verder kijken’, is de voorzitter van Deto realistisch. ‘Het gaat er nu vooral om een team neer te zetten, de beleving terug te krijgen en het vertrouwen van de club en de toeschouwers terug te winnen. Dat lukt alleen door hard te werken en met prestaties. Voorlopig staat het plezier en de beleving voorop en stellen we verder geen eisen.’