Is het echt nog maar twee maand geleden dat we – op wat zuurpruimen na – collectief verliefd waren op Oranje? Nog maar 59 dagen geleden om precies te zijn, maar het lijkt iets uit een ander tijdperk. Wat waren we blij dat we weer een beetje meetelden. We konden ineens verdedigen, op resultaat spelen en passie aan de dag leggen. Maar de liefde bekoelde snel. Gisteren heb ik het symbolisch weer uit gemaakt, door niet te kijken naar Tsjechië-Nederland. De vlinders in de buik zijn gevlogen.
Het roze wolkje van begin juli was ook alweer snel verdwenen. Een vliegtuigramp sleepte ons een paar dagen na de bronzen medaille op hardhandige wijze terug in de alledaagse realiteit. En vervolgens deed die belangrijkste bijzaak van het leven er zelf ook alles aan een stevige ontnuchtering op de beproefde cold turkey methode. De Nederlandse clubs merkten in Europa dat we er nog steeds niet al te veel van kunnen en werden weer kansloos uitgeschakeld door clubs waarvan we de naam niet eens kunnen uitspreken. De Eredivisie toont ieder jaar meer gelijkenis met het theater van de lach en tot overmaat van ramp bleken ook onze jonge talenten toch ook niet zo goed te zijn als we hoopten. Onze hoop in bange dagen kwam er niet aan te pas tegen Georgië en Slowakije. Als klap op de vuurpijl was Nederland-Italië een – laten we het voorzichtig uitdrukken – niet zo heel beste start voor onze nieuwe oude bondscoach.
Zo help je een positief gevoel dus rap om zeep. En dan heb je op dinsdagavond 9 september de keus om wel of niet in te schakelen voor Tsjechië-Nederland. Terwijl er eigenlijk nog zoveel andere nuttige dingen te doen zijn en een rijtje ongelezen boeken me vanuit de kast ook verleidelijk aankijkt. De optimist in mij schakelde toch maar in en noteerde binnen 120 tellen passjes van De Vrij naar Janmaat, van Janmaat naar Martins Indi, van Martins Indi naar Blind, van Blind naar De Jong, van De Jong naar De Vrij, van De Vrij naar Cillissen, van Cillissen naar De Vrij, van De Vrij naar Martins Indi, van Martins Indi naar Wijnaldum, van Wijnaldum naar De Jong, van De Jong naar Blind, van Blind naar Cillissen, van Cillissen naar Martins Indi en van Martins Indi naar reclameborden. Toen ben ik de post maar gaan sorteren.
Pas vanochtend zag ik dat ‘we’ in de blessuretijd verloren door een dikke fout van Janmaat. Ik haalde mijn schouders op en ontbeet verder. Liefde moet immers wel van twee kanten komen.
Nederland is uitgekeken op het “balletje breed”. Als dit elftal met liefde te maken zou hebben was ik allang een scheidingsprocedure met van Persie begonnen. Spelers kunnen zich niet mee opladen. Het is te gek voor woorden. Tegenwoordig als het Nederlands elftal speelt, kijk ik ondertussen op de andere zender een film, hark de tuin en laat de hond uit