Lovende verhalen over de Boekelose military. Ik las er dezer dagen alles over in de Twentsche Courant Tubantia en Volkskrant, zag de foto’s (met een uitzonderlijk fraai exemplaar in dezelfde Volkskrant) en trok de enig juiste conclusie: dit Twentse evenement is top in (bijna) al zijn onderdelen. De netwerkmogelijkheden zijn optimaal, bier, witte en rode wijn idem, de logistiek idem, de sport zelf idem, ondanks de kritiek van de Nederlandse bondscoach Martin Lips op parcoursbouwer Sue Benson. ‘Er zat geen ritme in voor de deelnemers’, zei Lips. Dat verwonderde me, omdat Benson buitengewoon ervaren is. Het was de veertiende keer dat de Engelse het parcours voor de military bedacht. Vorig jaar vertelde ze in TwenteSport Magazine dat de editie van 2014 haar laatste zou zijn als Boekelose parcoursbouwer. Misschien moet ze ook 2015 nog doen om een beter afscheid te bewerkstelligen.
Ik las dat de eventingsport, zoals dit onderdeel van de hippische sportwereld eigenlijk heet, momenteel de snelst groeiende tak is van de paardensport. Dat verbaast me niet, want eventing is dressuur, crosscountry en springen ineen. Een soort triatlon, een spannende meerkamp met vooral de cross als spectaculair onderdeel. Je ziet steeds meer dat takken van sport waarin totaal verschillende vaardigheden worden gevraagd van de deelnemers, populair zijn. Dat bleek de afgelopen weken ook weer op het WK turnen, waar Kohei Uchimura en Simone Biles als winnaars van de meerkamp in de hele wereld bewonderd werden om hun grandioze veelzijdigheid. Dat eventing booming is in dit land, verbaast me dus niet, maar verrassend vind ik het wel, omdat het aantal Nederlandse deelnemers klein is en omdat de rol die ze spelen marginaal is. De resultaten van Lips junior en nationaal kampioene Alice Naber stellen mondiaal weinig voor.
Hier in Twente, waar om elke hoek een manege te vinden is, stelt eventing helemaal niets meer voor en dat is een wonder. De paardensport is hier mega-populair, ‘Boekelo’ is het enige toonaangevende eventing-evenement van het land, maar al twee jaar ontbreekt op de deelnemerslijst een Twentenaar. Af en toe meldt Madeleine Brugman zich als ze een paard heeft dat er klaar voor is. Waarom zijn er geen Tukkers die zich kunnen meten met de Lipsen en Nabers of zelfs met de topruiters uit Engeland, Nieuw-Zeeland, Australië, Duitsland, Frankrijk? Ik heb al eerder gezegd dat ‘Boekelo’ daar zelf ook een sturende rol in zou moeten spelen. Als organisatie zou ‘Boekelo’ zelf ook moeten willen dat Twentse ruiters en amazones een grote rol spelen op dit evenement. Trek daar jaarlijks enkele duizenden euro’s voor uit. Het nationale Hippisch Talenten Centrum (HTC) doet ook af en toe wat aan de opleiding van eventing-talenten. Onlangs is Alice Naber aangesteld als instructrice. Dat belooft veel, maar op de website van het HTC wordt eventing bij de Regio Oost nergens genoemd.
Kortom: ‘Boekelo’ is prachtig, is mooier en beter dan ooit. Maar het blijft jammer dat deze ultra-hippische regio zelf geen toppers of subtoppers voortbrengt. Doe er wat aan Zandstra, Van Meggelen cum suis.
Zoals Almelose Jeroen mangs zegt: Tukkers holt de bokse geern schoon. De Schröders zijn keurig gewassen boer’njonks die met een roomwitte pantalon foutloos de bel halen.