WIERDEN – Het is dit weekend alweer dertig jaar geleden dat Hennie Kuiper de Ronde van Vlaanderen won. Klassiekers winnen, dat leek wel een hobby van de voormalige Twentse topcoureur. Maar een jaar later ging er weer een streekgenoot met de handen in de lucht over de finish. Dat was Jos Lammertink.
De 53-jarige Wierdenaar reed De Ronde ook regelmatig en finishte regelmatig bij de eersten. In 1982 stak hij de handen in de lucht, maar helaas voor hem won hij niet. Lammertink: ‘Ik klopte niemand minder dan Jan Raas in de sprint en dacht dat ik de winnaar was. Maar Raas zei me toen broodnuchter dat er voor ons al een kopgroep van elf man was gefinisht. De Belg Martens was de winnaar geworden. Lammertink werd dus twaalfde. Hij was twintig kilometer voor de streep na veel pech teruggekomen bij de eersten en voelde zich sterk. Even dacht hij aan een historische triomf. Tot Raas hem wakker schudde…
Debuut
De mooiste herinnering bewaart Lammertink aan zijn debuut in 1980. Hij was net 22 jaar en reed voor de HB-ploeg. Hij eindigde als zestiende. ‘Ze zeggen altijd dat je eerste een aantal Rondes gereden moet hebben voor je zover bent dat je kunt meedoen om de prijzen. Maar na honderd kilometer zat ik in een kopgroep met Moser, Raas, De Vlaminck, Demeyer, Braun en meer van die klasbakken. Raas zat bij een concurrerende ploeg maar gaf me gelukkig wel steeds goede tips over het parcours. Daar komt een scherpe bocht, nu moet je zo en zo schakelen en zo voort. Bij HB moest ik mijn eigen boontjes doppen en reed gewoon met de toppers mee. Aan die Ronde bewaar ik dan ook de beste herinneringen. Als broekie reed ik van voren mee. Ik had als Twentse boer nog nooit over die kasseien gereden. Ik weet nog dat ik na de koers moest plassen. Maar doordat je de hele dag op dat zadel had zitten stuiteren, ging dat niet. Alles is verlamd. Ik moest, maar kon niet. Zeer pijnlijk. En dan heb je een week later Parijs-Roubaix. Dat is nog veel erger.’
Waarom nooit gewonnen?
‘Eerst was ik te onervaren. Zat je bij een ploeg als Raleigh dan werd je netjes naar de finale gebracht. Ik moest het zelf doen. Dan kom je nooit in kansrijke positie aan de streep. Later bij de ploeg van Peter Post moest ik zelf voor de kopmannen werken.’
Gemeen
Lammertink bewaart de slechtste herinneringen aan de Koppenberg. ‘Tegenwoordig ligt daar een goede weg, maar toen lag er hier en daar een kei. Je reed al een soort finale om met de eerste tien naar boven te rijden, anders moest je te voet. De Patersberg met ook een stijgingspercentage van boven de twintig procent is ook gemeen. De Muur van Geraardsbergen moet je diep in de finale nemen. Zeker als het nat is, is dat heel zwaar. Want je moet blijven zitten, terwijl je haast geen macht meer hebt in de benen.’
Drie Tukkers
Morgen rijden er drie Tukkers mee. Joost Posthuma, Tom Stamsnijder en Tom Veelers. Lammertink geeft Posthuma en Stamsnijder als knechten van Fabian Cancelllara geen kans. ‘Die rijden zich een gat in de hakken voor hun kopman. Voor Tom Veelers ligt dat anders. Hij zal zich gedeisd moeten houden, want vaak gaat hij te vroeg mee in een ontsnapping. Laten de andere renners van Skil-Shimano maar meespringen. Vroeg mee rijden in een kopgroep is leuk voor de sponsors. Maar zijn ploegleider Rudie Kemna vindt Veelers een sterke troef, dus adviseer ik hem te wachten en niet te vroeg in beeld te zijn. Dan krijgt Kemna misschien gelijk met zijn opmerking.’
Foto: Lammertink (rechts) in actie op de Koppenberg. Naast hem de latere winnaar Adrie van der Poel. Links de Belg Marc Sergeant, de huidge ploegleider van de Lotto-formatie.
(foto Cor Vos)
Ik heb weer genoten van een prachtige ronde van Vlaanderen.
De mannenkoers bekeken op TV die was van hoog niveau. De vrouwenkoers gefotografeerd vanaf de motor en die was zeker zo mooi qua verloop.
Vlaanderen en de Vlamingen liet zich van hun mmoiste kant zien