ARNHEM – FC Twente kwam tegen tien Vitesse-spelers niet verder dan een 2-2 gelijkspel. Hoewel de uitslag anders zou doen vermoeden, was trainer Alfred Schreuder (foto) toch tevreden over het behaalde resultaat.
‘Ik denk dat dit een wedstrijd was waar vooraf veel druk op zat, zeker ook bij Vitesse. Dat merkte je, het was pittig van beide kanten. Wanneer je hier een punt pakt is dat een resultaat waar je vooraf tevreden mee zou kunnen zijn. Het laatste half uur hadden we, tegen tien man, de mogelijkheid om voordeel te behalen, dat hebben we nagelaten. Na de rode kaart hebben we te weinig gecreëerd’, stelde Schreuder na afloop.
‘De eerste helft hadden we moeite met Vitesse dat fel speelde. We wisten dat, wanneer ze zo zouden spelen, er achterin ruimte zou ontstaan. Dat gebeurde ook, alleen hebben we daar niet genoeg mee gedaan. Zelf hebben we niet veel kansen weggegeven, toch scoort Vitesse twee keer uit standaardsituaties, wat niet mag gebeuren.’
‘Tijdens de rust hebben we aangegeven dat de wedstrijd een slijtageslag zou worden, en dat de ploeg door moest gaan de duels te zoeken. Dat leverde al snel de strafschop en de rode kaart op. Na de 2-2 hadden we meer aan moeten dringen en de 2-3 moeten maken. Door de ondertal-situatie zakte Vitesse terug en was er weinig ruimte meer. Daarom hebben we Orlando Engelaar gebracht. Hij is een speler die de bal sneller naar links of rechts kan verleggen, of spelers aan de buitenkant in stelling kan brengen. Op die manier hadden we het overtal willen benutten. Dat is een aantal keer goed gelukt, maar niet goed genoeg’, besloot Schreuder.
De enige die Engelaar in stelling bracht was de tamme Schilder. Met een halfzachte, achteruit gestoken breibal over een meter of anderhalf. Exact volgens de richtlijnen op pagina 56 van het groene boekje van de KNVB cursus.