De kijker mocht ze gisteren allemaal natellen. Ik telde zes blokjes. Het waren Balkanblokjes onder een laag kippenvel van woede en frustratie. Dušan Tadić laat zich niet zomaar op de bank zetten.
Een vreemd gevoel van heimwee maakte zich over mij meester toen ik hem gisteren daar zo aan de zijlijn van Old Trafford zag staan. Shirtloos en in de Balotelli-pose. De beer in de getergde Tadić was los. Een beer die in Nederland vriendelijk en zacht was omdat hij altijd werd geaaid. In Engeland hebben ze de uitdrukking ‘Don’t poke the bear’ en dat was precies wat Ronald Koeman deed door de Serviër op de bank te zetten ten faveure van Eljero Elia. Vanaf de bank keek Tadić een uur lang naar zijn vervanger die duidelijk moest wennen aan de knetterharde Engelse Premier League. Zwaar gefrustreerd accepteerde hij het wisselsignaal en maakte zich klaar voor de invalbeurt. Vanaf het moment dat Tadić zijn sokken omhoog trok, was Manchester United verslagen. Dušan Tadić was bezeten door de beer. Hij had een verbeten trek rondom de mond en rende rechterop dan ooit. Niemand ging deze Servische beer beletten van zijn zalm. Zijn zalm die hij ving doormiddel van een simpele schuiver met de binnenkant van de voet. De bal had het net nog niet getoucheerd of Dušan Tadić was al op weg naar de zijlijn. Met een Tardelli-blik in de ogen liet Tadic de eerste rijen van het Old Trafford sidderen van angst. De beer brulde en toonde zijn spieren.
De gedaanteverwisseling van Dušan Tadić liet mij beseffen dat wij de ware nummer tien van vorig seizoen nooit in het echt hebben mogen aanschouwen. Tadić voetbalde in Enschede met het gemak van iemand die op woensdagochtend zijn groene container aan straat zet. Met het vertrek van Dušan Tadić heeft FC Twente misschien wel afscheid moeten nemen van zijn beste voetballer ooit.
Je gaat dingen pas missen wanneer ze er niet meer zijn, zegt men weleens. Na het tellen van de Balkanblokjes van Dušan Tadić hoopte ik op een stukje rood navelpluis. Een klein Twenterood stukje heimwee naar de Grolsch Veste.