Toeval bestaat niet. De omschrijving van 12 horizontaal in het cryptogram van De Volkskrant van afgelopen zaterdag luidde aldus: ‘Moeten de Oranjespelers (hebben) in de nabije toekomst (5, 10)’. De oplossing geef ik u cadeau (‘Blind vertrouwen’), maar het is natuurlijk een hoogst opmerkelijk verschijnsel, dat twee dagen later het opstappen van de bondscoach bekend wordt gemaakt. Hoezo: nabije toekomst? Maar een verrassing is het natuurlijk ook weer niet. De rentree van Guus Hiddink is vanaf het begin een ongelukkige cocktail van chagrijn en ongemak geweest.
Tijdens zijn eerste periode als bondscoach, maar ook in Zuid-Korea, Australië en Rusland, oogde hij fris, scherp en goedlachs. Wat we het afgelopen jaar zagen was een stijve, veel te dikke man in een vormloos trainingspak. En wat we hoorden had ook een heel andere toon: aangebrand, geïrriteerd en warrig. Natuurlijk, de erfenis die Louis van Gaal voor hem had achtergelaten, had hij gewoon kunnen overnemen. Dat had niemand hem kwalijk genomen, want het resultaat telt tenslotte. Maar daar was hij te eigenwijs voor, te slecht geïnformeerd ook. Wat nou 5-3-2? Hij had toch altijd en eeuwig het geluk aan zijn kont hangen?
Nee, dit tweede huwelijk was vanaf het begin gedoemd te stranden. Binnen tien minuten, toen het bij zijn debuut tegen Italië in korte tijd twee keer hopeloos misgaan, moet hij zich dit al gerealiseerd hebben. Maar, eerlijk is eerlijk: hij hield de schijn dapper hoog – totdat zelfs de hielenlikkende hofnar Jack van Gelder openlijk aan zijn tactiek begon te twijfelen. Het is goed zo, einde oefening. En misschien moet KNVB-directeur Bert van Oostveen ook eens goed in de spiegel kijken: eerst Koeman overslaan, daarna Hiddink aanstellen en vervolgens Blind het vertrouwen geven dat vrijwel niemand anders in hem heeft, dat is geen echt heel sterk beleid.
Koeman passeren vond ik prima. Zo opzichtig dat baantje nastreven, zoals hij deed, was niet meer gezond.