Mijn oom Theo en zijn geliefde (tante) Riet vierden afgelopen zondagmiddag hun gouden huwelijksfeest. Je kunt van alles willen verzinnen om bijeenkomsten als deze te mijden, bij oom Theo doe je dat niet. Daar moet je heen, daar wil je bij zijn, daar ga je naar toe. Zo dachten mijn zussen en broer ook en zo dachten de neven en nichten uit allerlei hoeken van het land en daarbuiten. FC Twente moest naar De Graafschap, waar ik als freelancer eigenlijk bij moest zijn in verband met twee goede opdrachtgevers, PSV kwam in Almelo, waar ik om dezelfde reden ook naar toe moest. Mijn eigen WVV dat al weken de weg kwijt is, speelde bij NEO en daar moest ik voor mijn gevoel eigenlijk ook weer eens naar toe. Niet dus. Oom Theo ging deze middag voor. Overigens was hij zelf ooit een technisch begaafde speler van WVV, maar dat terzijde.
Hij woont al bijna zijn hele leven in Arnhem, waar hij de kost verdiende als geschiedenisleraar. Het feest vond plaats in een prachtig etablissement nabij Oosterbeek. We arriveerden er om tien voor 3 en het eerste wat oom Theo na de felicitaties vroeg, was: ‘Al iets uit Doetinchem vernomen?’
‘Het staat 0-0,’ zei ik, ‘Twente is sterker.’
‘Ach’, zei oom Theo, die zijn hele Arnhemse leven altijd FC Twente-volger is gebleven en nog nooit de behoefte heeft gevoeld bij Vitesse te gaan kijken, ‘als de goal valt, vallen er meer. Ik denk dat Twente vanmiddag al een voorschot op de titel pakt.’
‘Ajax staat achter met 1-0’, zei ik hem. ‘En had al met 2-0 achter moeten staan.’
‘Heb ik de hele week al gezegd’, zei hij, ‘Ajax gaat erop in Nijmegen. En PSV in Almelo?’
‘Nog 0-0.’
‘Oké, neem koffie of thee en pak een lekker stuk gebak van de tafel daar.’
Ha, daar is mijn neef uit Noorwegen, de zoon van oom Theo. Geboren Arnhemmer. We begroeten elkaar. Tijd niet gesproken.
‘Hoe is de stand in Doetinchem?’ vraagt hij.
Ik herhaal wat ik net zijn vader heb verteld. ‘Twente doet vanmiddag goede zaken’, zegt mijn neef overtuigd. ‘PSV en Ajax hebben zichzelf verzwakt.’
Het is een man die nooit twijfelt. In Noorwegen, kilometertje of dertig onder Oslo, is hij via televisie en internet een fanatiek volger van FC Twente. Met Vitesse heeft ook hij niet veel. Alleen Theo Janssen, daar kan hij lyrisch over vertellen. Dan klinkt de Arnhemse trots door in zijn nooit onzeker klinkende stem.
‘Ajax staat achter in Nijmegen’, gniffelt ineens een andere neef achter mij. Hij (Hengeveldenaar) heeft een jaarkaart in de Grolsch Veste, maar ook hij gaf zeer terecht de voorrang aan het gouden feest. Met zijn moderne telefoon in de linkerhand volgt hij tussen feestlied, eet- en drinkgezelligheid of andere animaties door de verrichtingen op de velden. Mij gaat dat bij deze gelegenheid een beetje te ver. Maar ik neem mij voor de bewuste neef wel in de gaten te houden. Eigenlijk weet ik het al wel. FC Twente en Heracles gaan er een glorieuze middag van maken. Dus gaan we op in het feestje, gaan we genieten van het sfeervolle, maar zeldzame familie-moment. Gesprekken over de kinderen, over de politiek, over vroeger, over werk en inkomen, over een vakantiereisje, over wanneer je je huis moet verkopen of wanneer juist niet en ga zo maar door. Oom Theo en tante Riet genieten, hun zoon uit Noorwegen ook, evenals mijn broer en Hengeveldse neven die allemaal een jaarkaart hebben in de Veste. We missen de spannende voetbalmiddag, maar weten eigenlijk dat de Twentse clubs doen wat we verwachten.
Tot die ene neef om een uurtje of half vijf zijn telefoon annex informatiecentrum nog eens raadpleegt en verschrikt opkijkt. Hij leest de uitslagen voor en concludeert dat FC Twente nog lang geen kampioen is. ‘Ik denk dat Ajax het wordt’, zegt hij tot overmaat van ramp. Ik neem als journalist altijd graag een neutrale houding aan, maar Ajax, nee. Dat lijkt me sterk.
Vanaf het vorige kampioenschap heb ik gezegd dat ook in 2011 de titel gevierd zal gaan worden in Enschede, mits de selectie op sterkte zou blijven. En dat was het geval, op 1 september en 1 februari, in tegenstelling tot Ajax en PSV. Daarom verbaas ik me altijd over uitspraken of schrijfsels van collega’s die het verbaast dat FC Twente ook dit jaar weer titelkandidaat is. Toen de ploeg op sterkte bleef en ook de organisatie erachter verder uitgebreid werd, kon je niet anders dan concluderen dat het kampioenschap andermaal in de pijplijn zat. Wie zou het anders moeten worden? En daar blijf ik bij, ondanks de bizarre zondagmiddag in Doetinchem, Almelo en Nijmegen, ondanks de somtijds merkwaardige besluiten van Ph, de Belgische leidsman van het proces. Want een vakman is het zeker wel, dat hebben we dikwijls mogen constateren.
Wat blijft hangen, is de gezelligheid rond het gouden paar in dat etablissement in Oosterbeek. Bij het afscheid zei mijn zelfbewuste neef uit Noorwegen: ‘Het komt wel goed met FC Twente. Theo Janssen neemt vanaf de volgende wedstrijd de hele ploeg weer bij de hand. Ik neem zondag 15 mei om deze tijd een paar lekkere whisky’s op de dubbel.’