Op de EK Atletiek zag ik het maar weer eens bevestigd: er is meer dan hardlopen alleen. Want vreemd genoeg bestaat het grootste deel van de atletiekverenigingen uit hardlopers. Of eigenlijk: uit trimmers en joggers. Enigszins in onbruik geraakte termen, die duiden op langeafstandlopers die het kalm aan doen. Dat vinden ze zelf vaak niet, maar wie nota bene de betere trimmer vergelijkt met een gemiddelde baanatleet van de langere afstand, zou denken dat de eerste stilstaat. Of in ieder geval: moeizaam zijn of haar meters maakt. Een baanatleet loopt snoeihard terwijl het gemakkelijk oogt. Trimmers bewegen zich schoksgewijs in min of meer voorwaartse richting, terwijl het na reeds twee kilometer lijkt alsof ze elk moment ter aarde storten en de geest geven. Ach, slechts weinigen zijn getalenteerd.
Toeval of niet, maar inmiddels heb ik als looptrainer mijn wekelijkse trainingen gehalveerd. Mijn groep, die hartverwarmend want met een lied, toespraken en geschenken afscheid van mij nam, berekende dat ik 25 jaar looptraining heb gegeven. Dat was even schrikken. Ik ben als een baanatleet door de tijd geijld. Het heeft iets verslavends. Daarom ook blijf ik één keer per week de lopers tot spoed manen.
Enfin, vanaf begin juli geef ik tevens werp-, spring- en sprinttraining. Bedenk immers, dat binnen de atletiek de race over de lange afstand slechts een klein deel van de baannummers opeist. Vreemd eigenlijk, want serieus trainen voor het langere werk betekent afzien, het snot voor de ogen lopen, pijn lijden. Bij de zogenaamde technische nummers is dat gemartel contraproductief. Wie zich moe werpt of tot uitputting toe springt, heeft het niet begrepen. Alleen een uitgerust mens kan zich de techniek van de explosieve baannummers eigen maken.
Daarom is het zo vreemd dat niet meer lieden speerwerpen, hoogspringen, sprinten of hordenlopen. Vooruit: ik noem er ook nog kogelstoten en polsstokhoogspringen bij. Het kost veel tijd om deze soms razend lastige nummers onder de knie te krijgen. Maar er is loon naar werken: hoger, verder, sneller. Onbegrijpelijk dat het niet te hoop loopt bij dit soort trainingen. Hoewel: ik heb inmiddels een aardig cluppie bij elkaar. Enthousiaste mensen, vrijwel allemaal afkomstig uit de wereld van de trimlopen en het kilometervreten. Inmiddels stoten zij met een schreeuw een kogel van zich af. Slechten in een fraaie stijl de horden.
Niet moe worden, toch voldaan zijn. Het kàn.
Erik Endlich