U, als sporter, weet hoe belangrijk mentale voorbereiding is. De these dat je gedachteloos en dus onbevangen aan het presteren slaat, wordt nog slechts door dilettanten en prutsers in de praktijk gebracht. Soms met succes, zoals je ook met de ogen dicht de goede kant op kúnt rennen. Maar doorgaans gaat het jammerlijk mis.
Het is zelfs voor matige wedstrijdsporters mogelijk om dankzij een goede focus te winnen van veel sterkere tegenstanders. Zo heb ik een bruine band-judoka zien winnen van een kampioen met een zware band met blokjes, wat de hoogste dan denkbaar is. De kampioen kletste voor de wedstrijd met een aardige jongedame, de bruine judoka concentreerde zich tot hij groen zag. De schoonheid was overigens de vriendin van de bruine band-man, wat de zwarte dan-man niet wist. Terwijl de kampioen op de mat nog wat knipoogjes wierp richting jongedame, zette bruin de zevende slingerbeenworp in en was het maté.
Zo als alles in de sport is een gedegen geestelijke voorbereiding een kwestie van onnoemelijk veel oefenen en herhalen. Ik ben zelf al 27 jaar op wekelijkse basis mentaal zwaar bezig, wat al suggereert dat ik op dat vlak geen talent ben. Het namelijk zo, dat mijn intellect en fantasie mij vreselijk in de weg zitten. Ik zal dat nader toelichten. Wie zich focust op een wedstrijd, moet in gedachten de bewegingen die hij straks als atleet gaat maken, voor zich zien. Neem hoogspringen. Toevallig een onderdeel, waarbij de deelnemers allerlei enigszins spastische bewegingen met de handen maken, vreemde bewegingen vanuit het heupgewricht tonen en nerveuze huppeltjes doen. Ze zien zichzelf al de lat passeren, terwijl ze in werkelijkheid nog staan te dralen. Dat lukt mij nog niet. Als ik mij concentreer en tracht aanloop en latpassage, inclusief juichbewegingen op de mat, voor het geestesoog te toveren, gaat er van alles mis. Ik denk aan de koelkast en of ik bij het verlaten van de huis de deur daarvan wel toe heb gedaan, wat de nadelen zijn van een koalabeer als huisdier, ach kijk wat heeft dat jurylid een vreemd hoog broekje aan, jammer dat de eega niet naar Noorwegen wil deze zomer. Vervolgens loop routineus aan – en passeer de lat. Ik vergat te vertellen dat het nog maar de aanvangshoogte was.
Ik bedoel maar: het is geen sinecure, dat geestelijk voorbereiden. Een kennis van mij, die op hoog niveau aan bowlen doet, kan zich als geen ander focussen op zijn wedstrijd, maar dat heeft als hinderlijk nadeel dat hij soms alles laat lopen. Daarbij concentreert hij zich zó lang, dat de zoemer afgaat en zijn beurt voorbij is. Dan sta je er gekleurd op met een bal in je handen. Maar ik denk dat wanneer hij tot zijn worp gekomen was hij alles omgekegeld had. Zonder twijfel.
Erik Endlich