Onze Almelose atletiekvereniging Sisu bestaat 75 jaar.
Ik laat dit even indalen. 75! Oké, Heracles bestaat langer. Sommige andere atletiekverenigingen ook, maar Sisu is niettemin een tamelijk oude club en het levert een fraai getal op. Doe geen moeite om te rekenen, we zijn in 1941 opgericht. Ai – hoor ik u als het ware denken: foute boel. Opgericht in de oorlog: daar waren onze bezetters vast blij mee. Körperkultur, moeder aller sporten, kortom, nazipraktijken. Zo blijkt maar weer eens, hoe een jaartal de lezer terstond op het verkeerde been kan zetten.
Eerst de naam. Deze komt uit: Finland. Dat is een onverdacht land natuurlijk. De Fin en negenvoudig olympische winnaar van de lange afstand, Paavo Nurmi (zie foto), werd aldus aangemoedigd: ‘Sisu, sisu…’ Heel New Wave, maar het is zoiets als ‘geheimzinnige energiebron, geboren uit wilskracht’.
Nu ons oorlogsverleden. Niet iedereen zat in de donkere oorlogsjaren te wachten op een clubje van hardlopers, springers en werpers. Dus werd om leden te trekken in de Almelose Favorite-bioscoop – nog nooit van gehoord – het eerste deel van de film over de Olympische spelen van 1936 getoond. Ik denk, dat het Olympia was van Leni Riefenstahl, wellicht met zo’n stijf Hollands stemmetje erbij van bijvoorbeeld Han Hollander. Die overigens met zijn familie de oorlog niet overleefde. Enfin, de bezoekers waren volgens de overlevering erg enthousiast over de film, en dan met name over de verrichtingen van de wat de geallieerde atleten werden genoemd: Jesse Owens vooral, maar ook nummer twee op de sprintnummers, de eveneens donkere Ralph Metcalfe. Bij deel twee, een maand later, werd er zelfs “Boe!!” geroepen als Hitler in beeld kwam. Gek, maar dat komt dan uit. Een landverrader onder de bezoekers denk ik dan. Want de Sicherheidsdienst greep in. Ons kersverse bestuur werd gearresteerd en in de cel gesmeten. Geld en materiaal werden in beslag genomen. Weer zo’n speldenprik richting de mof: een deel van het werpmateriaal – speren, kogels, disci – werd uit handen van de bezetter gehouden en begraven. Terwijl de SD onderweg was verbande men snel nog wat houten speren. Een lange neus naar de Duitsers. Gaaf toch? Uiteindelijk kwam het bestuur vrij. Dankzij de voorzitter van de Atletiekunie, die denk ik fout was maar goed deed. Sisu mocht tot het einde van de oorlog geen sport meer bedrijven.
Twee dagen na de bevrijding – op 7 mei 1945 – kregen de voormalige Sisu-leden een brief in de bus: een uitnodiging voor een bijzondere vergadering. Op 7 juni 1945 werd er al getraind. Op het Sportpark.
Kijk, dat is nou enthousiasme en gedrevenheid. Niet klein te krijgen, die club van mij. Zaterdag heffen wij het glas. Misschien begraven we nog wat materiaal. Of verbranden symbolisch een houten speer. Ook zijn er plannen om het bestuur op te sluiten. Proost!
Erik Endlich