Dat het op de burelen van KNVB, KNSB en KNZB rommelt is natuurlijk een eufemisme. Er zijn grote problemen bij alle drie deze koninklijke bonden. Gelukkig gaat het niet zo zeer om de breedtesport, maar vooral om de topsport. Er ligt kennelijk een gigantische (generatie)kloof tussen met name de sporters en de bestuurders. Hoewel het tussen de sporters en de technische staf/coaches zo nu en dan ook wel misgaat, is dat een fenomeen dat veel beter te verklaren valt. Als je als coach dagelijks met de sporters werkt en iedere keer het uiterste uit de sporters moet halen is de chemie op een gegeven moment uitgewerkt. Dat is inherent aan het sporten op dit hoge niveau. Zolang er prestaties worden behaald, blijven de wat dieper liggende problemen vaak op de achtergrond, maar als het even wat minder gaat en de prestaties tegenvallen, komen deze zaken aan de oppervlakte en heb je de poppen aan het dansen.
Naar mijn mening zijn de oorzaken vrijwel altijd dezelfde. De bestuurders zijn onvoldoende op de hoogte van wat er allemaal bij komt kijken om topprestaties te leveren en zijn meer bezig met zichzelf dan met de sporters. Het is natuurlijk ook een mooie baan, bestuurder bij één van deze koninklijke bonden. Om de paar jaar grote internationale toernooien in verre landen, waar bestuurders uiteraard vooraan moeten staan en kennelijk moeten verblijven in de duurste accommodaties. De meeste bestuurders vinden dat zonder hen deze evenementen niet kunnen worden georganiseerd, althans zo gedragen zij zich vaak. Zij gaan in het algemeen, de goede bestuurders uitgezonderd, volkomen voorbij aan het feit, dat zij helemaal niet zo belangrijk zijn. Het gaat namelijk bij de WK’s de EK’s en de NK’s uitsluitend om de sporters en hún prestaties. Helaas is dat dus nog onvoldoende doorgedrongen tot een flink aantal bobo’s en dat is volgens mij de oorzaak van een groot en belangrijk deel van de problemen, waar deze bonden nu mee worstelen. Bestuurders moeten gaan beseffen dat zij slechts een dienende rol op de achtergrond dienen te vervullen en hooguit voor wat decorum mogen zorgen bij een medaille-uitreiking. Buiten de sporters en de technische staf wordt het werk gedaan door de organisaties van evenementen en de vele vrijwilligers, daar komt echt geen bobo aan te pas. Dus valt hun aanwezigheid ook niet echt te verklaren en is het slechts een mooie all-inclusive vakantie.
Bestuurders moeten zich met name meer verdiepen in wat sporters willen, tenslotte zijn zij het uithangbord van de bonden en goede resultaten zorgen direct voor ledenaanwas bij verenigingen. Zij moeten de faciliteiten scheppen, die topprestaties voor de lange termijn mogelijk maken. Dan moeten ze bereid zijn er niet alleen wat voor te doen, maar ook over enige kennis van zaken te beschikken. Dat zie ik helaas te weinig binnen sportbonden. Van achter een bureau beslissingen nemen, vaak zonder overleg met de sporters, werkt niet. Onvoldoende kennis van zaken en niet weten wat een sporter moet doen en doormaken om tot topprestaties te komen, is de belangrijkste oorzaak van de huidige situatie.
De oplossing? Vervang de bobo’s die niet beseffen waarom zij bestuurder zijn en die hun eigen belang boven dat van de sporters stellen, door (oud)sporters die weten wat er binnen de topsport allemaal komt kijken. Luister naar de signalen van de sporters en vervang op z’n tijd de technische staf en zorg als bestuurders voor een visie voor de lange termijn. Helaas schort het bij zowel de KNVB, de KNSB en de KNZB aan dit soort bestuurders. Mijn advies aan het gros van deze bestuurders: kijk vandaag nog in de spiegel en niet alleen of je haar goed en je dasje recht zit. Kijk jezelf eens diep in de ogen en vraag je af wat jouw toegevoegde waarde is voor de bond waar je bestuurder van bent. Als er echt serieus in de spiegel gekeken wordt, komen er binnenkort een flink aantal bestuursplaatsen vacant en dat is hard nodig ook.
Chris Walraven