Sneu: Mathieu van der Poel verspeelt zijn WK-titel veldrijden door domme pech. Vier lekke banden nota bene. Ook Marianne Vos kwam de pechduivel tegen, want in het zicht van de meet liep de ketting van fiets.
Dat heb je dan wanneer je bij de voortbeweging afhankelijk bent van de techniek. Misschien een wat boude opmerking voor een niet-renner, maar in de hiervoor geschetste gevallen was het misschien meer sukkelig dan badluck. Want kijk, Van der Poel’s rivaal Wout van Aert had banden laten maken met een harder profiel: hardgroen van kleur ook nog. Dus Van Aert weg bij de op platte banden ploeterende Van der Poel. Dan die kettingmalaise van Vos: mag toch ook niet voorkomen op dat niveau? Alsof Kromowidjojo’s badpak afzakt tijdens de finale. Slecht afgesteld, verkeerd geschakeld, een stuiterend achterwiel – dus had je moeten blijven zitten. Ik roep maar wat. Akkoord, een hoog beste stuurlui aan de wallekant-niveau. Maar Max gaat ook het circuit niet op met vette bougies en versleten bandjes. Een serieuze sporter zoekt het in de details.
Dus, roep ik thans blijmoedig: ga hardlopen! Wat kan er misgaan met een paar hardloopschoenen, een singletje&shortje, een tight? Oké, uitglijden en op je bek gaan, wat een kwestie is van een stuurfout – sorry, concentratieverlies. Toch kan er met rennen heel veel misgaan. Neem de stappers. Een tijdje terug was ik van het trailrunnen: niet anders dan rennen over smalle paadjes door een bos. Daar heb je – natuurlijk zou ik haast zeggen – trailrunschoenen voor. Zitten dikke noppen op, voor de grip. Nou, een beetje modder en tussen die verhogingen hoopt zich de prut op, zodat je uiteindelijk op een glibberige massa door het bos struikelt. Verder heb ik, eerlijk waar, lieden in modderpoelen naar hun schoenen zien zoeken. Waren daar ergens in blijven steken. Stonden dus op hun sokken als in een grabbelton te graaien. Ander voorbeeld: zakkerige kledij. Een gemiddelde trimloop wordt aldus een dikwijls onsmakelijke parade van harige bilspleten en zweterige onderruggen, wat het zicht op het omringende groen aanmerkelijk vertroebelt. Lijkt mij ook de bewegelijkheid beperken, zo’n afzakkerig broekje. Daarbij zijn trailruns uitermate populair, zodat je in file over de zogeheten singletracks rent en de dikbilatleet soms kilometers achtereen inhaalmanoeuvres onmogelijk maakt. Ik zag dikwijls een ongeduldige atleet het pad verlaten om de brede hardloper vóór hem of haar in te halen, waarna betrokken fanatiekeling in een stekelbos of tegen een niet-meegevende loofboom terechtkwam. In die zin is een hardloopwedstrijd in de natuur soms net zo aantrekkelijk als met z’n dertigen in een bushokje schuilen.
Niet dat ik thans smetten werp op de loopsport: geenszins. Het blijft uiterst plezierig om door de wildernis te hollen. Het is slechts mijn bedoeling om de risico’s van het lopen af te zetten tegen die van het fietsen. Een volgende keer over de gevaren van de denksport.
Erik Endlich