Donderdag 21 november 2024
Twentesport

Ongeregeld

Geplaatst op 29 augustus 2017 door   ·   Geen reacties

Op woensdag geef ik atletiektraining. Nee, niet hardlopen – of ja, ook wel, maar dan uitsluitend sprinten en hordenlopen. Verder leer ik mijn atleten werpen en springen. Althans, dat probeer ik, want veel talent zit er niet bij. Sterker, de groep onderscheidt zich door een volkomen afwezigheid van enig atletisch talent. Nu is aanleg, zeg talent, een zeldzaam iets. Daarbij is de ontplooiing van bijzondere sportieve kwaliteiten een delicaat gebeuren. Train je te veel, dan is de atleet moe, heeft er geen zin meer in of raakt geblesseerd. Doorgaans zie je deze fenomenen tegelijk optreden en is de atleet vertrokken om nooit meer terug te komen, tenzij om je verwijten toe te schreeuwen. Anderzijds: een te laffe of softe training leidt tot een weliswaar frisse, maar ook verliezende atleet. Wat ook weer demotiverend is.

Daarom is het eigenlijk een zegen dat mijn atleten er weinig van bakken. Ze komen uitsluitend voor hun plezier. Dat hun discus fladderend als een pannenkoek zich slechts luttele meters verder in de grasmat boort, maakt hen in het geheel niet uit. Dat de anderen van een veilige afstand één hunner een speer weg zien frommelen in een vooraf niet te voorspellen richting, zegt reeds genoeg. Het hoogspringen doen we niet meer over een lat, bij gebrek aan latten, waarvan er inmiddels drie gebroken zijn, maar we springen over een elastiek. Het verspringen is nu zover, dat wij niet telkens iemand uit het zand moeten trekken en een enkeling landt reeds op zijn voeten.

Want er is enige progressie. De anderhalve draai bij het discuswerpen is te hoog gegrepen, de horden staan op de allerlaagste juniorenstand om jarenlang blessureleed te voorkomen, het polsstokhoogspringen doen we nog met houten stokken over een twee voeten breed slootje.

Toch heeft de groep reuze lol. Het is een allegaartje, een ongeregeld: er zit een jongen bij van dertien, zijn moeder, drie vaders met hun kinderen van in de twintig, een moeder met een dochter van zestien, een man van 62 en een trainer van pupilletjes die de betere atleet is, aangezien hij nog niemand verwond heeft tijdens de werpnummers. Ik heb nu drie geblesseerde atleten, die blij zeggen dat het meevalt en dat ze zich over een aantal maanden weer zullen melden.

Ik heb een zwak voor deze lieden. Ze blijven enthousiast komen en klungelig hun onderdelen oefenen. Onlangs gaven ze zich blij op voor een werpdriekamp in Goor, afgelopen vrijdagavond. Voor het eerst gingen zij zich meten met anderen. Had ik ze maar tegen kunnen houden! Ik hield mijn hart vast en vreesde beteuterde gezichten.

Ik kreeg een appje binnen zaterdag: een foto van mijn atleten, blij want elk met een medaille om de nek. Holy smoke: ze hebben dan toch wat opgestoken van al die schijnbaar nutteloze trainingen. Als plezier voorop staat komt het succes vanzelf. In Goor bijvoorbeeld, ’s-avonds, bij weinig deelname.

Erik Endlich

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief