Zaterdag 23 november 2024
Twentesport

Windmolenbroeker

Geplaatst op 31 oktober 2017 door   ·   1 Reactie

Je hebt stadslopers en natuurlopers. Ik behoor tot de tweede soort. Dat scheelt, want veel stad heeft Almelo niet. De weinige groenstroken leveren een kleverig tapijt onder je loopschoenen, een run langs leegstaande panden werkt deprimerend en menig slenterende Almeloër licht je beentje of geeft een elleboogje, mocht je zo’n onverlaat passeren.

Daarom heb ik het tamelijk goed getroffen met onze in het zuiden van Almelo gesitueerde woning. Na een paar honderd meter begint het jaagpad langs het Twenthekanaal, de natuur is alom vertegenwoordigd en degene die de moeite neemt daar een hond uit te laten, behoort doorgaans tot de sportieve types. Dat scheelt met onze hond die er vreugde in schept mij te vergezellen, maar die mij telkens noopt tot onderbrekingen als hij weer eens een teefje ruikt of blij op een vriendje afrent. Ik neem het dier niet zonder reden mee: behalve dat deze ADHD-hond wat stoom af kan blazen, dwingt hij mij tot een tamelijk rustig tempo. Dat is goed, want ik heb de neiging om mijzelf af te beulen en aldus uitgewoond en amechtig hijgend thuis te komen. Gumpy, zoals onze Welsh Corgi heet, bezit minipootjes en hoewel hij bijna onvermoeibaar is, houdt hij een prettig duurlooptempootje aan.

Voornoemde aangename omstandigheid compenseert dan weer mindere zaken in de wijk. Zo lijkt het dichtstbijzijnde winkelcentrum geïnspireerd op de Oostblokarchitectuur van vóór de val van de muur. Onder wat verpauperde, grauwe flatwoningen hebben enkele winkeliers hun weinig winst genererende nering, bestaat de ruimte tussen de winkels uit wat obligate bankjes en een reeks fietsenrekken, terwijl de luttele zieltogende boompjes het blijkbaar hebben afgelegd tegen pissende honden en rondhangende vandalen. De meeste supermarktkarretjes zijn verdwenen in achtertuinen, de enige geldautomaat is inmiddels verwijderd aangezien deze telkens vernield werd en er hangt een vage urinelucht. Wie er ‘s avonds wenst rond te hangen, is uit op een enkeltje Intensive Care. Het cafetaria blijkt als enige een goudmijntje te zijn. De halve buurt bestelt er bij wijze van diner berenhappen met pindasaus, patatjes oorlog en frikandellen speciaal. Maar enfin, wie dat alles achter zich laat en richting de fraaie Doorbraak spoedt, waant zich in de Camargue – of een andere desolaat – van wilde paarden – vergeven landschap.

Wel is het oppassen geblazen voor de terreur van de E-bikes waarop pensionado’s, die bijna zonder uitzondering kijken alsof het laatste oortje is versnoept (wat qua levensverwachting wellicht het geval is) en die menen, dat iedereen ruim baan dient te geven, zonder dat hun komst wordt aangekondigd door het gebruik van een bel. Het devies is derhalve om bij regen te gaan rennen, want dan zitten deze racende hypochonders ongetwijfeld kijvend voor hun televisietoestel. Heerlijk is dat: uitwaaien in de regen, geen mens die hond en loper hindert, de cadans slechts incidenteel onderbroken vanwege de geur van loopse teven. Want ook dat is de natuur.

Erik Endlich

Delen is sportief

Reacties (1)

  1. Henry says:

    Wat een hoop onzin en negativiteit in dit stukje. Ik hardloop regelmatig door Almelo (in en buiten de stad) en ik herken niets van wat je schrijft over lopen in de stad. Het is erg makkelijk om de boel aan te dikken en lekker te lopen klagen.




Archief