Ook deze FC Twente – Ajax was een aantrekkelijke wedstrijd. Ik hoorde deskundigen zelfs verkondigen dat het wellicht de mooiste wedstrijd was van het lopende eredivisieseizoen. Misschien wel ja. De amusementswaarde was zeker een 8, laten we het daarop houden.
Nu ik drie dagen na dato tbv deze column terugdenk aan de wedstrijd, schieten me de volgende herinneringen/vragen het eerst te binnen.
Hoe kon Ajax twee keer zo kort achter elkaar scoren uit een vrije schop?
Overigens, die twee vrije schoppen leverden scheidsrechter Higler namens de hardste schreeuwers van Vak P de scheldnaam ‘hoerenjong’ op. Dat was schromelijk overdreven, omdat die vrije schoppen terecht waren. Wel had Higler kort voor de rust een strafschop moeten geven aan de FC toen Veltman een bal van Boere op de doellijn met zijn linkerarm tegenhield. Daar hoorde en las ik overigens de laatste dagen weinig meer over. Gezien de wel gegeven penalty een week eerder tegen AZ (wat er geen was) en het onterecht afgekeurde doelpunt tegen AZ, mag je stellen dat de FC weinig geluk heeft met de arbitrage. Ploegen die onderin staan, kennen dat fenomeen. De FC nu ook.
Wat me ook opviel, was de zeer matige vorm van Ajacied Hakim Ziyech. De man die in de Veste als speler van de FC altijd zo’n dominante rol vervulde, is verworden tot een grijze muis. Hij gaf af en toe een aardig dieptepassje en produceerde één gevaarlijke vrije schop. Dat was het zo ongeveer. Verwonder je niet dat hij binnenkort reserve staat. Ik hoorde een verslaggever zeggen dat hij in deze competitie tot nu toe vijftig keer van buiten het strafschopgebied op doel had geschoten. Nul keer raak.
De twee doelpunten van Stefan Thesker (foto) waren best bijzonder, vooral de tweede. Dat hij dat kon. Mooie revanche voor de man uit Ahaus als je terugdenkt aan die behoorlijk schlemielige eigen goal in de slotfase van de uitwedstrijd tegen PSV.
De zichtbaar opgeluchte Gertjan Verbeek gaf na afloop aan de media een kort college over de overlevingsmodus, waarin hij zijn elftal had laten voetballen. Hij keek daarbij met een schuin oog naar de Duitse opvattingen over de fysieke fitheid van profvoetballers. Dat is een voorbeeld voor de FC. Anders is degradatie niet ondenkbeeldig.
Verbeek en zijn mannen hebben nog een lange weg te gaan. En daar komt dan ook nog bij dat er in de organisatie van de club veel zal moeten verbeteren. Dat konden we afgelopen zaterdag al lezen (vooral ook tussen de regels door) in het interview met Verbeek in de TCTub.
Tot slot nog een primeurtje voor mezelf, die ik graag even deel met u als voetballiefhebber. Ik zat zaterdag op de perstribune naast een aardige zestiger die het ene blocnotevel na het andere vol schreef. Kort na de rust, hij was aan zijn vierde blaadje toe, vroeg ik hem nieuwsgierig, voor welke krant hij werkt.
“Ik ben geen journalist”, zei hij. “Ik ben de coach van de grensrechter aan de overkant, de heer Balder.”
“U bent coach van die grensrechter daarginds en beschrijft elke stap die hij zet?” vroeg ik verbaasd. Had ik dat goed gehoord?
“Ja inderdaad, haha. Zo zou je het kunnen zeggen, ja. Ik noteer altijd veel.”
“En wie coacht dan de grensrechter aan deze kant?”
“Dat doet een collega. Die zit beneden. Hij wil korter op het veld zitten.”
De KNVB stuurt dus naar al die wedstrijden naast een begeleider/coach van de scheids ook nog coaches tbv de grensrechters naar de stadions. Ik wist het niet. Weer wat geleerd. Maar onzinnig is het wel. Ik vergat hem te vragen of de vierde man ook een coach heeft.