We hadden onlangs een lezing bij onze atletiekvereniging. Heel bijzonder eigenlijk, want er wordt in de kantine hoogstens een zuinige bak koffie of een gratis glas water geschonken en – als er wat te vieren valt – een koekje uitgedeeld. Vervolgens spoedt men zich ongewassen richting huiselijke kring, want de kille doucheruimtes zijn niet populair onder atleten. Voorts wordt de kantine benut door het bestuur, dat er dikwijls vergadert. Wij atleten vermoeden dat je uitsluitend vrijwillig wenst te besturen als je thuis niet welkom bent. Of omdat je een schoonmoeder hebt die frequent de lakens uit komt delen.
Enfin, we hadden dus een lezing. Daarvoor was Jan Albert Lantink uitgenodigd, die aan ultralopen doet. Neen, dat ultra slaat niet op een buitengewoon grote maat schoenen of het lopen met nationalistische symbolen, het gaat om de ontzagwekkende afstanden die deze zonderling rennend pleegt af te leggen. Het betreffen zodanig veel kilometers dat u en ik deze slechts met veel tegenzin en pauzes in een auto zouden overbruggen. De man loopt, om u een idee te geven, een trainingsrondje om het IJsselmeer of van Athene naar Sparta, zijnde 264 kilometers. Kortom, een marathon is voor betrokkene een laffe vorm van inlopen: daarna begint hij pas enigszins op temperatuur te komen. Komaan, denkt hij dan: waarom niet doorgehold naar Kopenhagen, de Vogezen of pak ‘m beet Riga? Dat werk. Het is niet te bevatten. Zulks doet vragen rijzen als: heeft hij een hekel aan zichzelf? Gaat het om een psychische afwijking? Is er sprake van een ernstig trauma?
Zeker is wel, dat de heer Lantink geen sociaal leven heeft. Daarom heeft hij zijn kinderen ingeschakeld om onderweg voor de ravitaillering te zorgen. Aldus kan Lantink ze nog eens ontmoeten. Hij komt dus aanlopen, arriveert bij het tafeltje waarachter zijn kinderschare braaf en verwachtingsvol op pa zit te wachten, vervolgens grist vaders enkele bidons met mysterieuze inhoud van het klaptafeltje – en kachelt weer door. Misschien dat hij er nog een hijgend ‘Alles kits kinders?’ uitbrengt, maar dat was het. Hij is weer uit beeld verdwenen.
De foto’s en filmfragmenten die hem presenteren in desolate oorden en onherbergzame streken, tonen een graatmagere persoon met een holle uitdrukking in een smal en grauw gezicht. Derhalve niet de reclame die drommen mensen tot het ultralopen zal verleiden. Hij haalt een belangrijk deel van zijn sponsorgelden uit, vermoed ik, zijn gironummer dat waarschijnlijk op de achterzijde van zijn shirt gedrukt staat, want je krijgt spontaan medelijden met deze arme zwoegende drommel. In ieder geval eet en drinkt hij er goed van, want tijdens zijn etmalen durende tochtjes neemt hij elk uur zodanig veel in isotone dranken en weerzinwekkende gelletjes verpakte calorieën tot zich, dat een gemiddeld levend manspersoon met dit dieet na een paar uur met een klap uiteen zou barsten.
Maar als u nog een hobby zoekt…
Erik Endlich