ALMELO – Alexander Enzerink is ook de komende seizoenen trainer-coach van de Almelose hockeymannen. Zijn contract is deze week met twee jaar verlengd en zijn takenpakket wordt uitgebreid met een verenigingsbrede opdracht om een herkenbare huisstijl een passend uniform te geven, waartoe hij alle clubtrainers zal instrueren en monitoren.
De mannen van Almelo zijn intussen nog volop in de race voor de vierde plaats, die recht geeft op deelname aan de play offs voor promotie naar de eerste klasse. Zelf wonnen de Almeloërs thuis vrij eenvoudig van Wageningen (5-0), terwijl concurrent Baarn twee punten morste tegen Zevenaar (2-2). Het programma voor de laatste drie ronden laat alle mogelijkheden open: Almelo gaat met drie punten voorsprong op Baarn spelen tegen de topploegen Leusden en GHBS, Baarn krijgt het relatief iets makkelijker met Bully en Malburgen waarna beide teams elkaar op 17 juni, in de allerlaatste wedstrijd van het seizoen, treffen op de gewijde geboortegrond van Prinses Beatrix.
Vrouwen
De hockeyvrouwen van Almelo verloren thuis met 1-4 van Deventer, dat vooral voor rust profiteerde van onrust en chaos in de Almelose defensie. De lokale eer werd gered door Fleur Gwinner, die vlak voor tijd een strafcorner zeer fraai benutte, zag ook trainer-coach annex clubpraeses Remko Gelmers, die begin dit jaar na de winterstop het stokje overnam van Niek Hendriks. Bij zijn aantreden liet hij direct weten dat hij de competitie zou afmaken om daarna alleen nog de voorzittershamer te hanteren.
Een geaprek met Gelmers over de club en de toekomst.
Is al bekend wie je opvolger in de dug-out wordt?
‘We zijn in gesprek met een aantal kandidaten, en op vrij korte termijn verwachten we eruit te zullen zijn, maar op dit moment kan ik nog niet zeggen wie het gaat worden.’
Hoe kijk je terug op het afgelopen seizoen?
‘De doelstelling was handhaving en dat is nu al mooi gelukt. Ik denk dat de dames een hoop hebben geleerd en niet alleen individueel, maar ook als team beter zijn geworden. Hoewel we met maar liefst zeven nieuwe, vooral jonge speelsters het seizoen in gingen, is het team een stuk volwassener geworden. Dat word je vooral door ervaring op te doen, en daar lessen uit te trekken, bijvoorbeeld om te proberen nog wat stabieler en minder wisselvallig te worden. Het is gewoon hartstikke leuk om te werken met een gedreven groep waar aardig wat kwaliteit in zit. Ik geniet er in ieder geval goed van en dat maakt het de energie en tijd die erin gaat zitten meer dan waard. Mooi als ik zie dat spelers de juiste dingen doen, of het door hebben als iets niet de goede keuze was en een volgende keer proberen het anders te doen. Daar hebben we leuke, soms hilarische dialogen over en ook dat is genieten.’
De mannen van Almelo maken zoals gezegd nog altijd kans op promotie naar de eerste klasse, hoe belangrijk is dat voor de club?
‘Ze zijn twee seizoenen geleden gepromoveerd, en ook voor hen was klassebehoud het doel. Dit seizoen moest vooral in het teken staan van beter worden, op weg naar een stabiele tweedeklasser. Dat lijkt goed te lukken. De club geniet ervan dat de heren meedoen in de top en dat er nog wat te halen valt. Brengt mooie spanning met zich mee. Als club beraden we ons nog of we moeten gaan mikken op de eerste klasse, dat is ingegeven doordat er door de hockeybond een extra klasse wordt ingevoegd. We zijn er nog niet uit welke doelstelling we gaan hanteren de komende jaren.’
En hoe belangrijk zou het zijn voor het hockey in Twente?
‘Minder, voor het hockey in Twente zijn niet direct de topteams van belang, maar is breedtehockey de drijvende kracht, met verschillende clubs in de regio, zodat iedereen op zijn of haar niveau de meeste wedstrijden dichtbij huis kan spelen. Als het spelniveau hoger komt te liggen gaan afstanden minder tellen. Natuurlijk zou het mooi zijn als Twente op hoog niveau meedoet, maar de eigen club is voor ons de basis. Dat past in de hockeycultuur: familieclub zijn, waar je kunt sporten en waar het goed toeven is, ook voor toeschouwers, ouders, scheidsrechters. We proberen meer in te zetten op het plezier dat je aan hockey kunt beleven, zowel in de coaching als in de training, het resultaat staat niet voorop, de beleving wel. Een hele kluif om dat goed te doen en daar is zeker enig niveau van de vaandelteams voor nodig, want het blijft wel de sport die bindt. En als club willen we gastvrijheid promoten, een mooi thema dat we nog verder willen ontwikkelen.’
Almelo heeft acht jongensteams tegenover 21 meisjeselftallen. Wordt hockey een vrouwensport en moeten we ons daar zorgen om maken?
‘Hockey is geen damessport, het wordt wel meer beoefend door meiden dan door jongens. Dat is ook het landelijke beeld en dat veranderen we niet eigenhandig. We volgen nauwlettend de initiatieven van de hockeybond, maar werken ook veel en graag samen met de Twentse clubs. Die regionale samenwerking gaat goed en daar plukken we allemaal de vruchten van. Voor de hele jonge jeugd bijvoorbeeld organiseert de bond geen wedstrijden, bij ons in Twente doen we dat wel en dat initiatief wordt zeer gewaardeerd. Hoewel we veel zaken afstemmen, is en blijft de basis de eigen vereniging. Dat clubgevoel en die familiecultuur hoort bij hockeyverenigingen en dat is een groot goed.’