De afgelopen maand was gortdroog en verzengend heet. Dat is een trend, zo begrijp ik. Het klimaat verandert en we gaan onherroepelijk Zuid-Franse temperaturen krijgen. De beestjes en de plantjes hebben dat reeds begrepen. Wolven vinden het hier aangenaam, er schijnt zoiets als een goudjakhals deze kant uit te komen en de wasbeer is aan een onstuitbare opmars bezig. Om van de capibara, het geruite krulzwijn en Melchiors steunbeertje nog maar te zwijgen. Ook onbegrijpelijk groen groeit naar deze dreven, zoals het Japanse duizendblad dat woekert als bacteriën op een nimmer gewassen hoofdhuid. Cacteeën, maar ook cactussen, rukken op, palmbomen schieten uit de grond, en meer met onuitsprekelijke Latijnse namen behept onkruid vult straks de borders.
Interessant hoor ik u zeggen, maar hoe zit het met de sport? Daar verandert toch niets aan? Nou en of. Nota bene in gunstige zin. Daar hoef je geen trendwatcher voor te zijn. Want kijk: naar mate het warmer en droger wordt, sluipt er een stukje Noord-Afrika in onze tred en conditie. Zoals een kind weet, zijn Noord-Afrikanen, net overigens als de Afrikanen in het zuiden, om maar te zwijgen van de atleten die uit het centrale massief komen, uitzonderlijk rap. In Oost-Afrika kunnen ze ook ontzettend hard rennen.
In die richting gaat het naar toe. De koperen ploert bestraalt als het ware onze spieren, die soepel als kinderklei worden, we vallen vanwege de hitte af en zien er uit als mummies zonder windsels. Volgens de wederhelft heb ik die staat reeds jaren geleden bereikt. Daar ga je harder van lopen, al die extra kilo’s zijn maar ballast. Door te trainen onder de zware omstandigheden van extreme temperaturen is afzien in het vervolg een eitje. Een gebakken eitje. We worden beter en beter. Afrikaanse atleten vinden hun gelijken in de verhitte laaglanders.
Aan de andere kant hebben die hoge temperaturen wat nadelen. Zo zal de zeespiegel stijgen. Nou en? Leuk voor de surfers en de zeilers hebben binnenkort nog meer ruimte. De inheemse flora en fauna worden echter verdrongen door exoten. Straks is Nederland subtropisch en zijn sloten en vaarten nog slechts holle wegen. Enkel gevuld met ons zweet. Overigens hebben we nog maar een smalle strook grond waarop we heen en weer kunnen rennen. Een soort renbaan, aan de ene kant zee, grenzend aan zondoorstoofd zand.
De vraag is welke keuze we maken. Gaan we voor topsport, willen we op de langere afstand voortaan vooraan eindigen, eerst en voor alles eerste worden? Dan moeten er offers gebracht worden. IJsberen of excelleren?
IJsberen wat mij betreft. Topsport bedrijven is hoogst vermoeiend. Dan maar zwaar, langzaam en achteraan. Als een ijsbeer.
Erik Endlich