ALMELO – Jano Cilliers (Pretoria, 2001, zie foto) scoorde vorige week zondag twee keer voor het standaardteam van hockeyclub Almelo in de wedstrijd tegen Wageningen (eindstand 5-0). Het was niet de eerste keer dat hij als invaller uit de A1 het net wist te vinden: eerder was hij, op 11 maart, ook al belangrijk en zelfs beslissend met een doelpunt in de met 2-1 gewonnen derby tegen Bully. Met die ploeg uit Oldenzaal en de concurrent uit Baarn is Almelo nog volop in de race voor de vierde plek, die recht geeft op deelname aan de play offs voor promotie naar de eerste klasse.
Hoe gaaf is het voor een 17-jarige Zuid-Afrikaanse jongen om daarin een rol te spelen?
‘Heren I van Almelo is echt een top team van een top club. De start was wat lastig, omdat ik eerst nog moest wennen aan de cultuur, maar nu vind ik het heel erg leuk om in dit elftal te mogen spelen. En dan is het natuurlijk ook wel handig als je af en toe een doelpunt maakt.’
Sinds wanneer woon je in Nederland?
‘Ik ben in september van het jaar 2015 hier gekomen, samen met mijn moeder en mijn broertjes van 15 en 12. Mijn vader is om de drie weken in Nederland en gaat dan weer voor drie weken terug naar Afrika.’
Hockeyen je broertjes ook en zijn ze net zo goed als jij?
‘De oudste speelt waterpolo in Nijverdal en de jongste hockeyt ook bij Almelo. Het talent komt er nu nog niet uit, maar misschien komt dat nog.’
Wat doe je voor opleiding?
‘Ik volg de International Baccalaureate Diploma Programme van The International School Twente in Enschede, te vergelijken met VWO+. Het is een Engelstalige opleinding, dus dat past wel bij mijn achtergrond.’
Waar heb je leren hockeyen en hoe lang doe je het nu?
‘Hockey is best groot in Zuid-Afrika, vergis je niet, we staan niet voor niets vijftiende op de wereldranglijst. Ik ben daar begonnen en speel het nu alweer vijf jaar.’
Hoop je ooit voor het Zuid-Afrikaanse elftal te spelen en zit dat er in?
‘Als ik gevraagd word, wie weet, maar ik kan ook voor Nederland kiezen omdat ik een dubbel paspoort heb.’
Wat mis je het meest van je geboorteland?
‘Ha, wat dacht je zelf? Het mooie weer, natuurlijk, de zee, het surfen en de vrienden die ik daar nog heb.’
Hoe vaak ga je ernaar terug?
‘Altijd één keer per jaar in december, als het daar zomer is.’
Wat vind je tof aan Nederland?
‘Ik vind het heel vrij hier, je kunt bijvoorbeeld lekker op de fiets overal naar toe. De sfeer is open en je kunt er goed samen werken met andere mensen. Europa is ook mooi qua architectuur, al kan het qua natuurschoon natuurlijk niet tippen aan Zuid-Afrika.’
Wil je altijd in Nederland blijven?
‘Dat zal de toekomst uitwijzen. Ik sluit niets uit, maar voorlopig heb ik het hier prima naar m’n zin.’
Laatste vraag: gaat het lukken, die play offs voor Almelo?
‘Daar ben ik heilig van overtuigd, dat kan niet mis! In de winter ben ik overgekomen vanuit de A-jeugd. Dit was voor mij een mooie stap in mijn ontwikkeling. Ik kan nu met mannen trainen die beter zijn en veel meer ervaring hebben dan ik. Het team is volop in ontwikkeling, het gaat iedere week beter en zolang ik nog elke wedstrijd probeer te scoren, zoals tegen Wageningen twee keer zelfs, zullen ze me hard nodig hebben, toch?’