BORNE – Aan de vooravond van de Twentse derby tegen DSVD uit Deurningen een gesprek met Eline Legtenberg van de Bornse handbalvereniging Borhave. Beide teams zijn al veroordeeld tot de degradatiepoule, maar eerst zaterdag de onderlinge krachtmeting in Borne in de reguliere competitie, waarbij het behalve om de regionale eer ook gaat om startpunten voor de nacompetitie.
Legtenberg (Hengelo, 1994) is een kind van het handbal. Haar moeder Christien speelde vanaf de oprichting van Borhave meer dan veertig jaar voor de club. Haar vader Freddy was vele jaren voorzitter en met haar zussen Ilse en Lisanne vormde ze een ijzersterk trio (L3)in het eerste vrouwenteam. Kwam je aan de één, dan kwam je aan de ander, want zo gaat dat in Borne.
Of liever gezegd: zo ging dat in Borne, want de L3 is L2 geworden?
‘Klopt, het is nu L2. Mijn oudste zus Ilse zit ook nog in Dames 1, maar de middelste Lisanne is gestopt met handbal, omdat ze vorig jaar juli een zorgboerderij is gestart en dit nu niet te combineren valt.’
Hoe lang doe je al aan handbal en wanneer wist je dat je goed was?
‘Ik ben begonnen met handballen toen ik vier jaar was, direct bij Borhave. Ik moet eigenlijk een beetje lachen om deze vraag, wanneer wist je dat je goed was? Vind ik lastig te beantwoorden. Als kind was ik heeeeeeel veel met handbal bezig en trainde ik elke dag of ik keek wel bij mijn zussen. Ik heb de Twentse selectie gedaan en ongeveer twee jaar op Papendal met Jong Oranje getraind. Als je bij deze selecties zit of mee mag trainen weet je wel dat het goed zit. Ik ben te bescheiden om te zeggen dat ik precies weet wanneer ik goed was.’
Wat zijn je sterke punten? En wat kan beter?
‘Mijn sterke punten zijn vooral de vrijdagavonden. Na de training eten we met z’n allen een taart. Elke week is iemand anders daarvoor aan de beurt. Daarna af en toe nog wel eens een teamhapje omdat het zo gezellig is. Maar even zonder gekheid, ik denk dat mijn sterke punten vooral zijn het inzicht hebben tijdens het spelletje en mijn variatie in mijn spel. Waar ik nog beter in kan worden? Niet doorslaan in mijn fanatisme, haha, en op belangrijke momenten de juiste dingen doen.’
Hoe gemeen is handbal? En hoe gemeen ben jij?
‘Handbal is best een gemeen spelletje, maar het woord gemeen vind ik een meer negatieve lading hebben, ik zou het liever hard willen noemen. Lekker hard vind ik mooi. Er moet wel wat gebeuren hè, maar dan wel op een sportieve manier. Ik ben best een harde speelster. Ik houd er wel van. Maar het moet niet gemeen of onsportief worden. Wie uit deelt moet ook incasseren, toch?’
Mooi dat het Nederlandse handbal zo aan de weg timmert? En hoe komt dat?
‘Ja, erg mooi. Daardoor krijg je veel meer kinderen die beginnen met handbal in plaats van volleybal of hockey. Dit komt wel door het Nederlandse damesteam. Ze doen het internationaal erg goed en dit zie je weer terug bij het Nederlandse handbal.’
Hoe is het met je Frans, met het oog op de nieuwe bondscoach?
‘Frans en ik, dat is niet echt een goede combi. Ik kan mezelf nog net voorstellen, maar daar houdt het dan wel mee op. Maar het niveau van het Nederlands team heb ik niet, dus contact tussen mij en de bondscoach zal er ook niet komen.’
Heb je al kennis gemaakt met Herman Keppels, de nieuwe trainer? Wat is het verschil met Rik Philips?
‘Ik ken Herman nog van een aantal seizoenen geleden. Hij was toen dacht ik vier jaar trainer bij ons en met hem zijn we kampioen geworden. We kennen elkaar dus vrij goed. Ik denk dat het verschil vooral is in de ervaring van Rik en Herman. Herman heeft al heel veel jaren training gegeven aan verschillende teams en op verschillende niveau’s. Rik heeft nu drie jaar met ons gewerkt en dit was zijn begin. Zodra hij meer ervaring op doet zal hij ook zo’n goede trainer/coach kunnen worden. Herman is daarin ook erg goed. Hij is duidelijk aanwezig tijdens het coachen.’
Hoeveel uur besteed je per week aan handbal en hoe ziet een wedstrijddag er uit?
‘Dit zal ongeveer acht tot negen uur zijn, met drie zaaltrainingen en een krachttraining voor mezelf. Een wedstrijddag, tsja, dat verschilt. Als we op zaterdag uit spelen dan moeten we vaak rond vier uur vertrekken omdat de uitploegen niet om de hoek liggen. Het kan zijn dat ik dan direct door moet vanuit mijn werk omdat ik ook in de weekends werk. Dan speel je bijvoorbeeld om kwart voor negen en dan de reis weer terug en lig je ‘s nachts rond een uur weer in bed. Als ik gewoon vrij ben overdag dan ga ik wel eens naar de stad of wat anders leuks, maar niet veel bijzonders. Op zondag spelen we thuis en dan moeten we om kwart voor twaalf aanwezig zijn.’
Wat doe je naast handbal en is dat full time of part time?
‘Ik werk in de gehandicaptenzorg op een 24-uurs woonvoorziening in Denekamp. Dit betekent dus dat ik onregelmatig werk. Ik werk nu nog 25 uur, omdat ik in mijn laatste jaar zit van Social Work deeltijd. Gelukkig is alles goed te combineren. Op mijn werk valt eigenlijk altijd te regelen dat ik de wedstrijden vrij ben, maar dit lukt niet altijd met de trainingen.’
Waarom weet je zeker dat jullie het in de nacompetitie gaan redden?
‘Ik vind dat we beter zijn dan de andere teams die onder ons staan. We hebben dit seizoen laten zien dat we het spannend kunnen maken tegen ploegen die in de kampioenspoule zijn geëindigd. Ondanks dat we belangrijke speelsters missen vanwege zwangerschap hebben we dit als team goed opgepakt. We laten zien dat we als team heel sterk zijn en toch nog voor verrassingen kunnen zorgen. Als team en iedereen als individu hebben we veel kwaliteiten, ik vind en denk daarom dat we volgend seizoen weer in de Eredivisie te vinden zijn.’
Wat staat er, behalve de eer van Twente, zaterdag nog meer op het spel tegen DSVD?
‘De eer staat zeker op het spel. Je wilt zo’n wedstrijd gewoon winnen. Voor nu gaat het misschien niet meer om de punten, maar het blijft natuurlijk wel een derby. Iedereen is gebrand om deze wedstrijd goed te spelen. Het is belangrijk voor het gevoel dat je zo’n wedstrijd wint en je kweekt daarmee weer vertrouwen voor de spannende nacompetitie. Ik hoop vooral dat we een leuke pot voor het publiek mogen spelen en dat we als team een goede prestatie neerzetten. Ik denk dat we zaterdag de twee punten in Borne houden. We spelen thuis en dit voordeel moeten we laten zien in de eindstand.’
Laatste vraag: vind je Boer’n Trots Kaas eigenlijk best lekker?
‘Ik heb die kaas zelf nog niet geproefd, het zal vast lekker zijn, maar ik weet zeker dat een overwinning nog veel lekkerder smaakt.’
FOTO: Eline Legtenberg (@Tina Kolthof)