ENSCHEDE/OLDENZAAL/HENGELO – Niek Hendriks, ex-hoofdklasser veldhockey bij Hattem en EHV, maar ook oud-zaalhockey-international, noemde het ooit ‘Biljarten met een stick’. Zaalhockey is volgens hem de basis van de technische en tactische ontwikkeling. Mabel Brands, die in 2010 als twaalfjarige haar debuut maakte in Dames I van EHV, scoorde vorig jaar namens Oranje in de met 7-0 gewonnen WK-finale tegen Oostenrijk een hattrick. Ze zag ooit met Meisjes B1 een finale zaalhockey in Nederland en dacht toen: ‘Dat wil ik ook’. Sterker nog: deze zomer verkaste ze speciaal voor haar favoriete sport naar Düsseldorf om in de bakermat van het Hallen-Hockey haar krachten te meten en nog sterker te worden. Totdat ze van de bond een mailtje kreeg dat Nederland stopt met deelname aan EK’s en WK’s.
De reden: overvolle hockeykalenders, een ongewenste overlap van veld- en zaalhockey-internationals en een andere besteding van het topsportbudget omdat zaalhockey ‘niet-Olympisch’ is. De verontwaardiging was groot en unaniem, omdat het krakkemikkige besluit (geen zaalhockey-internationals dragen ook Oranje op het veld) zonder overleg genomen was met de spelers en speelsters, die nu nog met de dames nummer één en met de heren nummer twee van de wereld zijn. En dus is de vraag: heeft deze morele degradatie ook negatieve gevolgen voor het zaalhockey in Twente, waar het na de corona-dip juist weer aan het opkrabbelen was? Het antwoord is duidelijk: nee. Bij de drie grootste clubs, Twente in Hengelo, Bully in Oldenzaal en EHV in Enschede, is het zaalhockeyseizoen begonnen met massale deelname van veel, heel veel teams. In Oldenzaal en Enschede hebben ze zelfs een complete sporthal (Bully) en een dubbele blaashal (EHV) tot hun beschikking, waardoor ze volledig onafhankelijk zijn van onmogelijke trainingstijden in gemeentelijke accommaties en zelfs ‘thuiswedstrijden’ voor de competitie kunnen spelen, wat voor de supporters natuurlijk extra aantrekkelijk is.
Twente: maar liefst zes damesteams doen mee
Over enthousiasme gesproken: hockeyclub Twente uit Hengelo doet in de zaal mee met maar liefst zes damesploegen en vrijwel de complete meisjeslijn, bestaande uit meer dan twintig zestallen. Trainer-coach Tino Stoop begint met zijn eerste damesteam zondag om 16.45 uur op ‘eigen’ Slangenbeek-terrein tegen EHV. De beslissing van de bond heeft geen invloed op de deelname van Twente: ‘We trainen in de maanden december en januari in de zaal en spelen de wedstrijden zoals die door de bond worden vastgesteld. Alle speelsters doen mee, met uitzondering van degenen van wie ik het onverstandig vind om in de zaal te spelen vanwege fysieke klachten en/of overbelasting.’
Bully: eigen sporthal en gecombineerde zaal- en veldcontributie
Bully opende in 2019 op het complex aan de Sportlaan een eigen sporthal. Herman Kemna, tot mei dit jaar de voorzitter en intussen opgevolgd door Ralph Steinebach, was als ‘bouwpastoor’ nauw betrokken bij de realisatie van dit ambitieuze project en ziet tot zijn genoegen dat de accommodatie een volle bezettingsgraad kent. ‘We kunnen hier trainen en wedstrijden spelen, want de KNHB is een van de huurders. Verder hebben we overdag drie basisscholen uit de buurt, ‘s avonds diverse sportverenigingen en elke zaterdag onze eigen bowlsclub. Het besluit van de KNHB is weliswaar erg slecht, vooral qua communicatie, maar heeft op onze exploitatie gelukkig geen negatieve invloed, integendeel. Wat ook meehelpt is dat we een gecombineerde contributie voor veld- en zaalhockey hebben ingevoerd, waarvan vrijwel iedereen dankbaar gebruik maakt. Persoonlijk vind ik het jammer dat onze heren niet volop meedoen, maar ja, dat is hun keuze, niet de mijne.’
EHV: dubbele blaashal en maximale flow
De ambitieuze hockeyclub uit Enschede heeft sinds kort de beschikking over een eigen blaashal met een capaciteit van twee competitievelden, die door de week bezet worden door trainingen en elk weekend gehuurd wordt door de KNHB. Keeperstrainer Cor Thielen ziet alleen maar voordelen: ‘Zaalhockey is voor ons een belangrijke toevoeging, die blaashal staat er immers niet voor niets. Het snelle spel en het technische aspect in de zaal hebben een zeer grote toevoeging voor de ontwikkelingen op het veld. En hoewel de winters zachter lijken te worden, is het wel zo prettig om binnen te kunnen sporten, zeker voor de kleineren onder ons die net wat minder weerstand hebben en anders misschien te veel afkoelen.’ Trainer-coach Richard van Wezenbeek, die onder andere het eerste herenelftal onder zijn hoede heeft: ‘Zaalhockey is goed voor de techniek en de teamspirit, je conditie blijft op peil, qua tactieken kun je eindeloos variëren en individuele kwaliteiten kunnen beslissend zijn, waarbij zwakke schakels dan wel weer extra opvallen. Een ander mogelijk nadeel is de fysieke belasting, je hebt in de winter bijna geen rust tussen het veldhockey als je ook zaalhockeyt, het is als sport relatief duur en niet echt ‘groen’ om in verwarmde hallen te gaan sporten. De beslissing van de KNHB om niet meer mee te doen is mijn inziens verdedigbaar, want niet Olympisch, maar de communicatie was zo beroerd dat het eigenlijk onbeschoft was. Bovendien werden de kosten als ondersteunende factor te berde gebracht. Maar voor een stinkend rijk westers land, met de hoogste hockeydichtheid ter wereld en al met al zo’n kwart miljoen leden, kunnen die paar luizige rotcenten toch nooit een echte beperking zijn?’
