De wedstrijdatleet, meer in het bijzonder de lange afstandloper, kan slechts twee kanten op. Niet zozeer links- of rechtsom, maar hier wordt bedoeld: op de baan of in het veld. Het maakt in die zin geen moer uit, aangezien bedoelde hardloper sowieso het snot voor de ogen loopt. Dat is doorgaans in overdrachtelijke zin bedoeld, aangezien betrokkene anders onvoldoende in staat zou zijn de richting te bepalen of de concurrentie te zien. Met name dat laatste is mijn bezwaar tegen het wedstrijdgebeuren. Hieronder volgt mijn uitleg.
De atleten die ik train vinden mij een aimabel persoon. Een deel ook niet, maar ... Lees verder >