Eerlijk gezegd vind ik elk woord dat geschreven wordt over de situatie rondom Abdelhak Nouri te pijnlijk om gepubliceerd te worden. De arme jongen is door een rampzalige cocktail van pech, onkunde en toeval voor de rest van zijn leven veroordeeld tot de vegetatieve toestand van een kamerplant. Ik heb daarom ook nooit begrepen wat de boodschap was achter de ongetwijfeld sympathiek bedoelde ‘Stay strong Appie’-acties in de stadions kort na het verschrikkelijke voorval op dat veld in Oostenrijk.
Appie heeft helaas niets meer om sterk te zijn, laat staan sterk te blijven.
De reden waarom ik er toch een column aan wil wagen is het juridische steekspel dat is ontstaan tussen de familie van Nouri, zijn club Ajax en het onvermijdelijke leger van advocaten. Ik zit er met tranen in de ogen naar te kijken en begrijp er helemaal niets van. Het geld klotst bij Ajax tegen de plinten, maar daar weigeren ze hun morele plicht serieus te nemen. Is er dan niemand in de Johan Cruyff Arena die de waarheid onder ogen wil zien en met de vuist op tafel durft te slaan: ‘Kom op, hé, we hebben geld zat en geven die mensen net zoveel als ze nodig hebben’? Nee dus. Ze komen niet verder dan de lafhartige mededeling dat ze ‘vanzelfsprekend de volle verantwoordelijkheid nemen’ mocht alsnog vast komen te staan dat de club aansprakelijk is. En daarmee bevestigt Ajax het beeld dat het bij herhaling en uitentreuren over zichzelf heeft afgeroepen: geen warme familieclub, maar een beursgenoteerde onderneming met een calculator op de plaats waar ooit een voetbalhart klopte.
Peter Bonder