De beginperiode van mijn wielerloopbaan werd gemarkeerd door een erfenis uit de Tweede Wereldoorlog. Het IJzeren Gordijn en de Berlijnse Muur bepaalden dat ik amateur was en onder andere deel zou kunnen nemen aan de Olympische Spelen, tezamen met de Oost-Europese staatsamateurs. Deze jongens mochten dan weer geen prof worden en niet deelnemen aan de Tour de France. In die tijd beschikte ik over een beperkt aantal zwart wollen koersbroeken, de pijpen voorzien van in witte wollen letters geborduurde Gazelle-reclame. Tijdens internationale wedstrijden met de nationale selectie moest ik mijn eigen koersbroeken gebruiken en omwille van het amateurisme moest de Gazelle-reclame worden afgeplakt. Brede leukoplast hechtpleisters waren daarvoor uitermate geschikt.
Zondag 5 mei nam ik met meer dan duizend fietsers en een Immer Weiter-team deel aan de vierde Freedom Ride, dit jaar in Overijssel en met start-finish in Nijverdal. Een initiatief van de Jumbo-Visma ploeg en de Stichting Waardering Erkenning Politie. De opbrengst komt ten goede aan diverse organisaties die de herinnering aan de bevrijding levend houden. Op mijn beurt fiets ik 1 juni met de tiende Theo de Rooij Classic geld bij elkaar voor de Holtense Stichting Welcome Again Veterans, die in 2020 de allerlaatste vitale Canadese veteranen naar Nederland wil halen om met ons op de Canadese Begraafplaats 75 jaar bevrijding te vieren. Een mooie synergie met de Freedom Ride.
Hoogtepunt van de pelotonstocht was de stop na vijftig kilometer op de Canadese Begraafplaats. Tijdens een plechtige, passende en stemmige setting, verzorgd door doedelzakspelers en blazers, stonden onder anderen Minister van Defensie Ank Bijleveld, Commissaris van de Koning Heidema en Burgemeester Arco Hofland stil bij het niet vanzelfsprekende voorrecht van vrijheid. De meer dan duizend fietsen van deelnemers en belangstellenden konden efficiënt worden opgehangen aan vaksgewijs, voor de opgang van de begraafplaats geplaatste dranghekken. Op het smalle gedeelte voor de laatste trap naar de 1.394 graven was links en rechts een standje geplaatst waar de door regen- en hagelbuien geteisterde fietsers snel wat fruit, krentenbollen, repen en drank konden oppikken.
Tot mijn verbazing ontstond er na afloop commotie rond de standjes, voorzien van een geel Jumbo-logo dat mij zondag niet was opgevallen. ‘Woede om Jumbo-kraam’, chocoletterde de regionale pers. Volgens het artikel noemden ‘verschillende personen’ het op sociale media ‘respectloos dat midden op de begraafplaats krentenbollen werden ‘uitgedeeld’.
Een onderzoekje op Twitter leerde mij dat er een discussie volgde op een tweet van een Tubantia-journalist. Het aantal reacties bleef beperkt tot een handjevol. Op Facebook kwam ik op de Freedom Ride-pagina welgeteld één kritische noot tegen. Wellicht heeft de journalist ooit buikloop opgelopen als gevolg van een bedorven Jumbobanaan. En had tijdens een uitermate geslaagde dag een rol leukoplast een narrige discussie kunnen voorkomen.
Theo de Rooij
Nou weet je hoe je de regionale krant (in zijn algemeenheid) moet lezen, met heel veel korreltjes zout….
Alsof de wereld elke dag maar om de recreatieve fietserij moet draaien… Toontje lager zingen zou in dit geval geen kwaad kunnen, meneer de Rooij.
Zet die krentenbollentent voortaan maar aan de straat. Of neem gewoon je eigen lunchpakket mee. Bloembollen of zo. Vraten ze in de oorlog ook.
De kroon op het werk van iedere Twentesport columnist: een genuanceerde reactie van Geurt!
Niet op deze ongelikte beer reageren Theo. Als we dat blijven doen is hij zo vertrokken.