Jamal Khashoggi was een Saoedi-Arabische journalist en columnist voor The Washington Post. Hij schreef kritische artikelen over het strenge islamitische regime en de schending van de mensen- en vrouwenrechten in zijn land en hij was ook atief als politiek commentator voor de BBC en Al Jazeera. In die functie had hij regelmatig contact met Osama Bin Laden, waarbij hij hem probeerde te overtuigen om af te zien van geweld. Op 2 oktober 2018 meldde hij zich bij het Saoedi-Arabische consulaat in Istanbul om papieren te regelen voor zijn echtscheiding. Dat had hij bij nader inzien beter niet kunnen doen: enkele weken later werd zijn onthoofde en in stukken gezaagde lichaam op verschillende plekken teruggevonden. Zijn verdwijning en de bevestiging van zijn overlijden leidden tot internationale verontwaardiging en diplomatieke commotie.
De kwade genius achter deze barbaarse moordpartij was de Saoedi-Arabische kroonprins Mohammed Bin Salman, die via een wapendeal ter waarde van 110 miljard dollar op goede voet verkeert met Donald Trump en een etage in een van diens Towers bezit. Dezelfde man staat op het punt om voor tachtig procent eigenaar te worden van Newcastle United. Hij is vast van plan om van deze middenmoter in de Premier League de rijkste club op aarde te maken en de aanhang reageert enthousiast: slechts vier procent van de supporters is tegen de bemoeienis van deze maniak. Zo gaat dat dus in het land dat algemeen als de bakermat van het voetbal wordt beschouwd. Het doel heiligt de middelen. Overigens is meneer de beroerdste niet: in april 2019 werd bekend dat de vier kinderen van Khashoggi elk een villa haden gekregen in Djedda, plus een maandelijkse toelage. Daar bestaat een woord voor: bloedgeld.
Peter Bonder