Er zijn legio watersporten. Doorgaans blijven de meeste van die disciplines aan de oppervlakte, zoals roeien, zeilen en kanovaren. Weliswaar zoeken zwemmers hun heil in het water, erg diepgaand is het niet. Er bestaat ook nog zoiets als het wat wereldvreemde onderwaterhockey, maar dat is een marginale sport die bedoeld lijkt voor hen die op het droge niet kunnen aarden. Zo anders ligt dat bij de sportvisser.
De buitenwacht vindt die sportief aangelegde visser maar een zonderling. Dat is te billijken: wie zijn tuig te water laat verricht een handeling, die zich vervolgens buiten de waarneming van de sporter voltrekt. Wat daar beneden allemaal voorvalt, blijft het onderwerp van gissen. Niettemin is het zaak de gebeurtenissen daar naar zijn of haar hand te zetten. Dat is de sport. Maar, zoals u weet, blijft de natuur een weerbarstig fenomeen.
De kunst is de vis – bij voorkeur de grote jongens – naar het aas te lokken. Dat doet de sportvisser door een emmer voer in het nat te werpen. De receptuur daarvan behoort een geheim te zijn. Men geeft natuurlijk nimmer zijn toverformule prijs. Tenzij de geduldig wachtende visser tevergeefs en dus zonder resultaat naar de dobber staart. Want dan is niemand geïnteresseerd in de samenstelling van uw vis verjagende prutje.
In Verenigde Staten (waar anders) zijn er sportvissers, die er een vermogen verdienen. Er worden daar zogeheten tournements gehouden, waarbij de vissers eruit zien als levende reclameborden, daar ze zijn voorzien van de schreeuwende namen van hun sponsors. Aangezien de Amerikaan ongeduldig van aard en verzot op glinsterende kleinoden is, wordt er daar met kunstaas gevist.
Doorgaans op black bass, een soort megabaars: daar is immers ook alles groter. Wie de meeste van die dikke maar lelijke vissen vangt, is spekkoper. Vervolgens ontwikkelt de sponsor dan nieuw en mogelijk nog meer glinsterend kunstaas, waarop de handtekening van de kampioen prijkt. Dat verkoopt dan als een malle.
In mijn geval kost het sportvissen een vermogen, wat beduidend ongunstiger is dan een kapitaaltje winnen. Met de zoon beoefen ik deze sportieve hobby, waarbij niet zelden geblankt wordt, wat betekent dat de vis zich niet liet verschalken.
Overigens worden de vissen, hoe groot of in beginsel hoe smakelijk ook, teruggezet. Met een minuscule piercing weliswaar, maar dat groeit fluks weer dicht en de teruggezette vis verdwijnt ook steeds na een energieke slag van de staart in de diepte.
De sport is om met zo licht mogelijk materiaal het waterdier aan de kant te krijgen. Want met een sleepnet, dynamietstaaf of gifstoffen is het resultaat weliswaar maximaal, sportief is het allerminst.
Dankzij corona heeft de vissport enorm aan populariteit gewonnen. Lieden komen met inferieur materiaal naar het water, gedragen zich luidruchtig en weten niet hoe een vis te drillen. Toch vangen deze knurften dikwijls veel vis.
Immers: de domste boer heeft de dikste aardappels.
Erik Endlich