Een dag nadat de judaskus definitief op het voorhoofd van oud-verlosser Joop Munsterman was geplaatst, fietste Petrus al liegend rondom de Grolsch Veste. Petrus loog drie keer. Hij loog tegen een oud werknemer van FC Twente, een plastic bejaarde, die hoogstwaarschijnlijk symbool stond het onvermijdelijke kunstgras, en een journaliste. Een bekend verhaal. Ok, Petrus werd gespeeld door een man, die in de zomermaanden in een glitterpakje valse liedjes schreeuwt naar mensen in de Amsterdam Arena en Jezus was gewoon Jimmy, die geen voetballer mocht worden, omdat ze hem misschien wel halfdood zouden schoppen. De liedjes werden gezongen op een verlaten vliegveld en voor de Primark op een koopavond. Maar toch, The Passion in Enschede, was het een omen? Een omen dat de duistere periode in Enschede achter de rug is?
Afgelopen zaterdag was een lijdensweg voor de Twente-supporter. De club was in jaren niet meer zo vernederd in eigen huis. De pijnlijke stilte maakte in 76ste minuut plaats voor een bevrijdend gejuich bij de rentree van Felipe Gutiérrez. Het publiek verwelkomde de kleine Chileen als de verlosser van Enschede. Het was een waar Bryan Ruiz-moment. Felipe was de smalle straal licht langs de steen van de duisternis. De verlosser met het gras van de Grolsch Veste als heilige grond onder de noppen.
Het komt wel weer goed met FC Twente. Als de KNVB zijn genade uitspreekt is de supporter ook de komende jaren weer welkom in de rode kathedraal. Met Jezus in het stroboscooplicht bovenop de partybunker van Jerson Cabral en Petrus in een fluorescerend hesje aan de poort van de Grolsch Veste kan het niet anders dan dat het geloof in het Ros terug is. Of ben ik misschien te voorbarig en is morgen de dag des Oordeels? Is de beker, net als veertien jaar geleden, de heilige graal die het tij zal doen keren? De verlosser is terug, daar gaat het niet aan liggen. Nu maar hopen dat FC Twente die dennenappel wint. Anders wordt het een gebed zonder end.