Op 16 maart 2001 werd ik in De Roskam geknipt en geschoren door een oprecht boze Jan Medendorp, omdat ik een week eerder in mijn column voor De Twentsche Courant Tubantia iets lelijks had geschreven over een deal van de gebroeders Wessels met Vitesse. Het stukje leidde tot een vloedgolf aan opzeggingen in Rijssen en de lezersredacteur, een soort van hopman met een EHBO-diploma en een visakte, oordeelde in zijn almachtige wijsheid achteraf dat het nooit geplaatst had mogen worden. Intussen zijn mijn banden met Medendorp hartelijk en soms zelfs vriendelijk te noemen, maar leuk was het niet. Wel leerzaam, want je komt er dan pas achter wie je echte vrienden zijn.
Niet veel later zat ik met Han Pape, mede-oprichter en hoofdredacteur van De Roskam, bij Heracles voor een kennismaking om te zien of we wat voor elkaar konden betekenen. Ik weet nog dat ik een bokbiertje bestelde en wat de ober toen op Cruyffiaanse wijze antwoordde: ‘Als we dat al hadden, dan hebben we dat vandaag niet’. Dat werd meteen ook de opening van mijn eerste wekelijkse Kopstoot, waarmee ik debuteerde in de basis van De Roskam. Sindsdien ging er meer dan zeshonderd keer een mailtje van Enschede naar Almelo met mijn visie op de waan van de dag in de wereld van de sport.
Vorige week verscheen de eerste editie van De Roskam in 2016, en meteen voorlopig ook de laatste. Vanwege ‘fysiek ongemak en financiële malheur’, zoals hij het zelf in zijn voorwoord omschrijft, zet de hoofdredacteur de persen stil. Voor hoe lang? Voor eeuwig of voor even? Ik durf het niet te voorspellen, al hoop ik natuurlijk zeer van harte op een mooie doorstart. ‘Twente zonder Roskam is als Bassie zonder Adriaan’ las ik zaterdag, maar dat vind ik een volstrekt ongepaste vergelijking. Laat ik het zo zeggen: als FC Twente onverhoopt degradeert, dan zou ik dat veel minder erg vinden dan de definitieve teloorgang van Twente’s enige onafhankelijk platform voor de Vrije Republiek Twente.