Keepers, het is een apart slag volk. Nederland bracht grootheden voort. Van hen was de onlangs overleden Eddy Pieters Graafland niet de grootste, maar wel een grote en ook nog één van allure. De eerste De zwarte panter, die voor de burgerlijke stand Frans de Munck heette, was beter dan Eddy PG. En ook de Leeuw van Deventer, die voor de wet Leo Halle heette, sla ik wat hoger aan. En niet te vergeten Jan van Beveren, die geen bijnaam had en die – los van een anoniem Amerikaans avontuur – ook geen grote internationale carrière maakte, omdat ene Johan Cruijff hem uit Oranje hield.
Eddy Pieters Graafland overleed twee weken geleden en heeft tal van verdiensten, maar is vooral bekend als keeper van het Feijenoord dat in 1970 als eerste Nederlandse club de Europa Cup 1 won. Hij stond ook 47 keer op doel in het Nederlands Elftal. Het was trouwens dankzij een overwinning op FC Twente dat Feijenoord landskampioen was geworden en zich voor de Europa Cup I (doelpunt van Ove Kindvall die daarmee Piet Schrijvers als enige wist te passeren).
Pieters Graafland was overigens een Amsterdammer in Rotterdamse dienst, een geboren Mokum-jongen, die als Ajacied op 17-jarige leeftijd voor het eerst onder de lat stond bij ‘het eerste’ in de Watergraafsmeer. Hij werd met Ajax kampioen van Nederland, dat was in 1957, waarna Feijenoord hem inlijfde voor 134.000 gulden. Pieters Graafland maakte de weg vrij voor Gert Bals bij Ajax en zou zelf jaren onder de lat staan bij het grote Feijenoord, dat Nederland op de voetbalkaart zette. Nederland was in één klap een voetballand dat internationaal meetelde, dankzij de Rotterdammers.
Pas daarna zou Ajax dat kunstje flikken, wel drie keer, maar toch, voor eeuwig een herhaling. De finale was meteen het afscheid van Pieters Graafland als doelverdediger. Eigenlijk was hij zijn plek in de goal bij Feijenoord dat seizoen al kwijtgeraakt aan Eddy Treytel, maar trainer Ernst Happel verkoos de finale te spelen met de ervaren rot Pieters Graafland op doel.
De rest is geschiedenis, net als Eddy PG zelf, de keeper die na het winnen van de Europa Cup 1 meteen een punt, of zeg maar een uitroepteken, achter zijn carrière zette. En nu, precies een halve eeuw later, op 86-jarige leeftijd uit de tijd is gekomen.
Scipio