Het jaar 2017 moet wat mij betreft weer het jaar van de club worden. Dat is wat anders dan het jaar van de blote prestatie of het jaar van het naakte resultaat. Natuurlijk moet het streven zijn om naast het bieden van plezier, beweging en educatie/vorming prestaties te leveren. Een club wil winnen, niet alleen met het eerste vrouwen- of mannenteam, maar met alle hoogst spelende teams, ook bij de jeugd. Op elk niveau moet er een prestatieafdeling zijn en een recreatieafdeling. Alleen als die gelijkwaardig zijn kun je van een club spreken. Prestatie is belangrijk, recreatie is net zo belangrijk. Ze gaan niet altijd samen in één team, maar ze maken samen de club.
Samen door oefening sterk. De jeugd kijkt op naar de grote mannen en grote vrouwen. Als je een Sanne Wevers wilt worden of een Jorien ter Mors dan moet je heel hard trainen, bij een turnclub of een schaatsclub, dan moet je behalve talent ook geluk hebben. Geluk dat er mensen zijn die je opstuwen, die je techniek leren, die je doorzettingsvermogen bijbrengen, die je troosten na een gemiste kans en een schouderklop geven bij een benutte, die je beter maken als sporter, maar je ook laten groeien als mens (lichamelijk en geestelijk), die je leren dat deel zijn van een team belangrijker is dan alleen maar je eigen kunstje vertonen. Dat geldt ook voor een gymnastiekvereniging of een schaatsploeg. Elke topprestatie staat of valt met een goede basisvaardigheid, fysiek en mentaal. Je moet het samen doen, begeleiding is essentieel, een echte club biedt deze omgeving en dito mogelijkheden.
Bij de voetbalclub DOS’37 in Vriezenveen sluiten ze elk jaar af met een wedstrijd van jeugdleiders tegen jeugdspelers, gisteren voor de 45ste keer. Een mooie traditie, jeugdleiders en jeugdspelers belichamen de kernwaarden van elke echte club. Goed initiatief van toenmalig voorzitter Jan Nijen Twilhaar van het jeugdbestuur die er in 1972 de aanzet toe gaf. Goed ook dat scheidsrechter Steven Vos wederom arbiter was, al voor de 34ste keer. Ook al zo’n belangrijke clubwaarde: goede scheidsrechters voortbrengen en koesteren.
Daan Schipper
Daan, fijn dat je een schaatser als voorbeeld neemt in jou betoog, dat je refereert aan hun trainingsarbeid om tot hoge prestaties te komen. Alleen het lijkt een individuele sport om dat een rijder alleen over de streep komt, maar in de training is het een pure teamsport waarbij shaatsers elkaar naar een hoger niveau helpen. Ik ben er dan ook van overtuigd dat er veel van elkaar te leren is. Misschien moeten we eens nadenken om op het moment dat onze eigen sport een rust periode kent we meer samen werken om van elkaar te leren.