Maandag 25 november 2024
Twentesport

Een verhandeling over stijfheid

Geplaatst op 6 juli 2022 door   ·   Geen reacties

Neen, u bent niet per abuis – of opzettelijk, wie weet – op de afdeling Erotiek terechtgekomen, aangezien dit epistel de eventuele aanwezigheid van souplesse bij de atleet tot onderwerp heeft. Nu, om met de deur in huis te vallen: die is er niet. Nu gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat ik meer in het bijzonder de lange afstandloper op het kritisch oog heb. Daarmee heb ik gelijk ruim 90% van de lopers te pakken, want wie noemt zich tegenwoordig nog sprinter? Een te verwaarlozen aantal, deze is wat de Rode Lijst bij de vogels is: uiterst zeldzaam. Een bedreigde soort als het ware. Voor het gemak en de betrouwbaarheid richt ik mij derhalve op de meerderheid.

Zelf ben ik – zelfs op mijn leeftijd – knap lenig. Maar ja, ik deed aan meerkampen en in dat metier is de deelnemer die zich niet tenminste kan dubbelvouwen op voorhand kansloos. Daarbij diende er sprake te zijn van een krachtige bouw, zijnde een eigenschap die ik ontbeerde. Enfin, dankzij het vermogen om een “grote bewegingsuitslag” te maken (zo noemt de wetenschap dat) kwam ik nog ver, met name bij de werpnummers en vanzelfsprekend het verspringen.

Goed: de lange afstandloper. Wel beschouwd bewegen de beentjes op- en neer en wordt er wat onduidelijk met de armen gezwaaid. Het is evident, dat het vergelijk met pak ‘m beet een ballerina mank loopt. Zoals overigens veel lopers, die zich eveneens voortbewegen op een wijze die doet vermoeden dat zij niet lang geleden zijn getroffen door een schot hagel of dat een hond van een aanmerkelijk formaat langdurig aan hun benen hing. De vraag rijst vervolgens, wat de trainer hier aan kan doen. Niets. Daar ben ik overigens eerst na tientallen jaren achter gekomen. Steeds liet ik mijn pak lopers zwaaien met de armen, draaien vanuit de heupen, huppelen, squads doen, rekken en strekken, evenwichtsoefeningen en planken. Wanneer ik mijn atleten vervolgens een aantal weken in de zomervakantie alleen liet, werden er geen oefeningen gedaan maar begon men zonder dralen rondjes over het tartan te hollen. Pas na lange tijd begreep ik, dat ze niet langzamer of slechter liepen. Om kort te gaan: ik heb ze voor de kat z’n staart oefeningen laten doen.

Achteraf besef je als trainer dat wanneer je alle tijd bij elkaar optelt die tevergeefs aan het doen van oefeningen bij de groep zijn besteed, ik enige jaren had waarin ik nuttige bezigheden had kunnen verrichten, zoals onkruid wieden of 500 goede boeken lezen. Waarschijnlijk beide.

Aan de andere kant werd mij door het clubje lopers verzekerd dat zij het ritueel van het doen van oefeningen mistte. Dat leverde mij een verrassend inzicht op. De oefeningen an Sich zijn nutteloos, maar het vage besef dat het een soort van meditatieve functie heeft, maakt het zinvol.

Per saldo heeft ook onzin zin. Zoals dit stukje.

 

Erik Endlich 

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief