Vermoedelijk is het u niet opgevallen, maar de afgelopen twee weken heb ik geen stukje geschreven. Een noodgedwongen breken met mijn aan autisme grenzende manie om wekelijks een column te produceren. Het is de droevige consequentie van een gebroken belofte en povere technische voorzieningen. Wat het eerste betreft: nabij de Franse Pyreneeën, hadden wij een vakantiehuisje betrokken dat volgens de brochure over wifi beschikt. Mooi niet dus. De techniek liet ons in de steek omdat er vrijwel geen internetverbinding tot stand te brengen was. U kunt wel begrijpen dat wij onder uiterst primitieve omstandigheden de vakantiedagen sleten. Te meer, omdat er in onze uit 1800 daterende stulp televisie noch radio was. In het dorp, maar ook in de gehuchten daaromheen, waren uitsluitend lokale kranten te koop die met name landbouwnieuws bevatten. De wederhelft en ik waren dus van de buitenwereld afgesloten. De indruk bestond dat zulks ook gold voor de lokalo’s. De autochtone bevolking leeft in huizen afkomstig uit het prentenboek van Anton Pieck. Als het warm is blijft iedereen binnen – en heet was het. Overigens is dat niet per se een nadeel, want men is er klein, donker en loopt krom, vermoedelijk vanwege de immer stijgende wegen. Voor het adagium Hoe fraaier de streek, des te lelijker de bevolking werd hier maar weer eens bewijs geleverd. Wij zwoegden ondertussen over de eng steile wandelpaden, die onder meer langs en over een werkelijk meterslange slang, wild stromende beken en kevers ter grootte van een pocketboek voerden.
Mijn idee was om dagelijks te rennen en grondoefeningen te doen, maar reeds het wandelen daar was voor deze laaglander zodanig inspannend, dat ik des avonds recupererend op het terras lag, zelfs niet in staat om patience te spelen. Wat ook praktisch onmogelijk was daar er zelfs geen spel kaarten in ons huisje lag.
Overigens doet niemand er aan hardlopen. De enige meneer die ik heb zien rennen, liep achter zijn auto aan die blijkbaar niet op de handrem stond. Wie er aan sport doet, fietst. Meestal op de racefiets, sporadisch met de mountainbike. Onbegrijpelijk dat een Fransman de Tour niet gaat winnen. Ook oudere mannen, zelfs van mijn generatie, pedaleerden de bergen over alsof ze voor moeder-de-vrouw even croissants gingen scoren. Het fietsen zit hen in het bloed.
Autoracen is daar ook populair. De B-wegen, kronkelend en golvend door de hoogteverschillen en onoverzichtelijk vanwege de dichte bossen en smalle bruggetjes: je mag er een onwaarschijnlijke 90 kilometer per uur rijden. Wat ze daar ook consequent doen, onafhankelijk van vervoermiddel – bestelbus, kleine Japanner of dertig jaar oud brik –, weersomstandigheden en leeftijd: ze jagen met ware doodsverachting berg op en af.
Inmiddels zijn wij weer thuis en kan ik weer rennen en oefeningen doen. Frankrijk is leuk – voor even.
Erik Endlich